Recensie
The Veils - Asphodels
V2
Weet je het nog? Die glazige gil op nummers als Here Come The Dead en Jesus For The Jugular? Herinnert u zich de Southern Gothic rockglorie van Total Depravity, die het zelfs schopte tot soundtracks van wijlen David Lynch? Zie je nog die frappante hoed van zanger Finn Andrews voor je? Nou, van dit alles lijkt enkel de hoed een blijvertje te zijn geweest. Dat, en Andrews’ ontegenzeggelijke schrijftalent. Het Nieuw-Zeelandse The Veils typeerde zich voorheen vooral door vakkundige uitschieters; de religieuze stuiterbal die de uitersten van de liefde en de dood wist te verenigen in opmerkelijke rocknummers. Op Asphodels zijn de thema’s niet nieuw, maar de nummers lijken getemd. Weg is de El-P-productie van Total Depravity (2016), of de Iberische dreiging van voorganger …And Out Of The Void Came Love (2023). Dit laatste album speelde al met het idee van afremmen voor we uit de bocht vliegen, maar Asphodels ligt nog veel meer in lijn met Andrews’ soloplaat One Piece At A Time (2019). Het album is spaarzaam, snel opgenomen, met weinig vet op de botten: rustige en uitstekend geschreven pianoliedjes met prominente strijkarrangementen van Victoria Kelly. Onderkoelde refreintjes als The Ladder en Melancholy Moon weten de schmaltz te ontlopen en ontpoppen zich na enkele luisterbeurten tot kleine, melodieuze werelden vol oude herinneringen. Bij wijlen is het allemaal iets te keurig; meestal is het verstillend mooi. ‘Witte affodil’, de bloem van het Griekse hiernamaals waar de gewone mens de eeuwigheid mag slijten… Perfecte naam voor dit album: dertig minuten wandelen we nederig door de mistige limbovelden, in plaats van een uur lang te slingeren tussen hemel en hel. Natuurlijk ligt het rustpunt van The Veils hier, en in dit kalme midden is het goed vertoeven.
Lenny Vullings