Blog
The Analogues: Is er leven na Abbey Road?
Is er leven na Abbey Road? Dat was voor mij de hamvraag nadat ik het afscheidsconcert van The Analogues in een nog nazinderende Ziggo Dome had bijgewoond. Na tien jaar lang de latere studio-albums van The Beatles akelig perfect opgevoerd te hebben, was het onvermijdelijke moment van afscheid nemen dan toch echt aangebroken. Menig Beatles/Analogues-fan zal een traantje hebben weggepinkt toen de klassiekers van de laatste twee Beatlesalbums (Let it Be/Abbey Road) door de Ziggo Dome schalden. Ruim 17.000 toeschouwers veranderden weer even in gedachten in dolenthousiaste adolescenten, die hun eigen jeugd door de aanstekelijke muziek van The Analogues in volle glorie herbeleefden.
Tekst Norbert Meijs Foto Ferdy Damman
Het was een waardig afscheid van tien jaar popmuziek op het allerhoogste niveau, die The Analogues langs talloze podia in Nederland, België, Duitsland, Frankrijk én Engeland heeft gevoerd. Ook in het thuisland van The Beatles werden The Analogues overladen met complimenten. De wandelende Beatles-encyclopedie Mark Lewisohn opende het afscheidsconcert door in een vlammende speech nog eens het onuitwisbare belang van The Beatles voor de popmuziek te onderstrepen. ‘s Werelds grootste Beatles-autoriteit schaarde zich volmondig achter het uitdagende muzikale project waar The Analogues tien jaar geleden mee begonnen en waarmee ze honderdduizenden Beatles-fans door heel Europa een groot plezier gedaan hebben.
Grote twijfels
Initiatiefnemer en drummer Fred Gehring benadrukte in zijn afscheidswoordje tot het publiek in de Ziggo Dome dat ze bij aanvang van het Beatles-project grote twijfels hadden of ze erin zouden slagen de studioalbums van The Beatles vlekkeloos voor het voetlicht te brengen. Muzikaal vakmanschap gekoppeld aan een mateloos streven naar harmonische perfectie hebben van The Analogues een begrip gemaakt in de nog steeds grote kringen van Beatles aficionado’s. The Beatles hadden live-uitvoeringen van hun studioalbums altijd categorisch afgewezen met de veelzeggende woorden: ‘Can’t de done live!’ Welnu, The Analogues hebben die woorden keihard gelogenstraft de afgelopen tien jaar met hun vlekkeloze uitvoeringen van Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band, Magical Mystery Tour, The White Album, Abbey Road en Let it Be.
Voor de pauze passeerde Let it Be de revue, terwijl na de pauze het album Abbey Road in al zijn glorie weerklonk. Volgens Mark Lewisohn hadden The Beatles nog plannen voor een volgend album, dat er helaas nooit meer is gekomen. Zakelijke meningsverschillen en een financiële puinhoop, die hun twee jaar daarvoor overleden manager Brain Epstein had achtergelaten, verhinderden dat. Op 10 april 1970 werden Beatlesfans over de hele wereld in rouw gedompeld toen Paul McCartney in een persbericht bekend maakte dat hij uit de bad was gestapt.
Daverend slotakkoord
In hindsight kun je zeggen dat de laatste twee albums van The Beatles van elkaar verschillen als dag en nacht. Let it Be is een ietwat onsamenhangende ratjetoe van songs, opgenomen in de winter van 1968/1969 en wellicht daarom ook een ietwat winterse sfeer uitademend. George Harrison verliet de band al kort in januari 1969, Yoko Ono week geen moment van de zijde van de met een heroïne-verslaving worstelende John Lennon, Ringo zat verveeld achter zijn drumstel te wachten totdat hij zijn partijen kon inspelen en Paul McCartney vond nog tijd om met Linda’s dochter Heather te dollen. Dat resulteerde in niemendalletjes als Maggie Mae, losjes gebaseerd op een scabreus Liverpudlian dronkemansliedje over een prostituee, die een zeeman berooft, met een grote dosis sarcastische humor gezongen door John Lennon.
Ook zakelijke geschillen overschaduwden de Let it Be-sessies. George, John en Ringo wilden dat de zakelijke belangen zouden worden behartigd door Allen Klein, toenmalig manager van… The Rolling Stones. Paul daarentegen koos voor Lee en John Eastman, respectievelijk vader en broer van zijn aanstaande bruid Linda. Kortom, the winter of our discontent heerste op dat moment in de ijskoude Twickenham studio’s, waar regisseur Michael Lindsay-Hogg de heren filmde voor zijn deprimerende film Let it Be. Gelukkig werd dat naargeestige beeld van de met elkaar in de clinch liggende Beatles ruim vijftig jaar later recht gezet in de prachtige driedelige, negen uur durende documentaire Get Back van Peter Jackson, de gelauwerde regisseur van Lord of the Rings.
Zomerse sfeer
Abbey Road daarentegen werd opgenomen in juli en augustus van 1969 en ademde wellicht daardoor juist een zomerse sfeer met klassiekers als Here Comes The Sun en The Sun King. En met waarschijnlijk de meest beroemde albumhoes aller tijden, waarop the Beatles het door hun fans platgelopen zebrapad voor de Abbey Road-studio oversteken. Maar ook hier overschaduwde de aanstaande breuk de opnamesessies, zoals bijvoorbeeld goed is te horen op You Never Give Me Your Money. Een overduidelijke sneer van Paul McCartney richting zijn – toen nog – mede-bandleden. Mijn persoonlijke voorkeur is altijd uitgegaan naar Abbey Road, in mijn ogen het beste maar helaas ook laatste album van de godfathers van de popmuziek. The Analogues bedankten in de Ziggo Dome hun fans met dit daverende slotakkoord, terwijl het massaal toegestroomde publiek hen bedankte met een minutenlang, ovationeel applaus.
Met een diep gevoel van nostalgie, doch ook dankbaarheid, verliet ik rond elf uur de leeggestroomde zaal op die memorabele zaterdagavond 28 december 2024. The Analogues komen helaas nooit meer terug, maar ik heb nog altijd Abbey Road en Let it Be op vinyl, de in mijn ogen dubbele zwanenzang van The Fab Four uit Liverpool. Want Fab waren ze; John, Paul, George en Ringo. En dat is een troostrijke gedachte.