Review
Terug naar Liverpool: Beatles ‘what if’ in stripvorm
Met Het Kleine boek van de Beatles (2011) schreef en tekende de Hervé Bourhis een van de luchtigste én aardigste boeken die over de succesvolste band ooit verschenen. Zonder een volledige biografie na te streven, smeedde hij een ongekende hoeveelheid bekende en obscure ‘weetjes’ over de groep en de afzonderlijke leden aaneen tot een geheel dat erom vroeg veel en vaak met plezier te worden ingekeken.
Voor Terug naar Liverpool dook Bourhis nogmaals diep in de geschiedenis van de ‘Fab 4’, maar dit keer met een volledig stripverhaal als einddoel. Hoewel getalenteerd in beide disciplines, koos hij voor de rol van scenarist en liet hij het tekenwerk over aan collega Julien Solé. Een sterke combinatie, want diens werk is beduidend dramatischer en dynamischer dan de meer illustratieve stijl van Bourhis zelf. En die voorzag hem van een verhaal waarmee hij zijn lol op kon.
Leunend op zijn enorme kennis van de handel en wandel van Lennon, McCartney, Harrison en Starr, schreef de Fransman het opmerkelijke verhaal van Terug naar Liverpool. Dat begint in 1980, wanneer Ringo Starr een hoofdrol als holbewoner in de komedie Caveman speelt, McCartney in Japan met wiet wordt betrapt, Harrison met de Monty Pythons zijn filmambities uitleeft en Lennon tijdens een stromachtige zeiltocht besluit zijn buddy’s weer op te zoeken.
Wat volgt is een even historische als hilarische ‘what if’, die die Beatles inderdaad weer bijeenbrengt. Met zijn wat karikaturale pen plaatst Solé ze met gevoel sfeer in de (muziek)wereld van begin jaren tachtig, die voor de vier voormalige bandmakkers een stuk ingewikkelder blijkt dan verwacht. Via Schotland en Liverpool voert het verhaal het viertal naar Londen, waar wat skinheads en een clubje verstokte fans voor verrassende wendingen zorgen. Zal de band ooit nog een stap over de drempel van de Abbey Road studio zetten? De ruim 80 amusante pagina’s die voorafgaan aan het antwoord op die vraag hadden me al zo vaak doen grinniken, dat het er nog nauwelijks toe deed. En hoe kan zo’n wonderlijk verhaal nu anders eindigen dan met een knotsgek slotstuk? Een beetje Beatlesliefhebber zal daar vermoedelijk net zo over denken.
Als extraatje voegde Bourhis een bescheiden aanvulling in de stijl van Het Kleine Boek van de Beatles toe. Voor wie het allemaal niet meer zo scherp op het netvlies heeft, zet hij daar nog even op een rijtje wat er in 1980 écht met het viertal gebeurde. En wat er terechtkwam van hun al dan niet voorgenomen herenigingen.