Tourtip
Spinvis live: intiem verlangen
Bezoekers schuifelen vrijdagavond onwennig en nerveus door een walm van ontsmettingsalcohol Theater Carré binnen. Ze worden begroet door personeel met futuristische mondkapjes op die veel weghebben van een orthodontisch hulpmiddel. De zaal lijkt slechts voor een kwart bezet. Het ongeduldige geroezemoes dat normaal voorafgaat aan een concert, lijkt minder. De meeste mensen wachten zwijgzaam tot het licht uitgaat. Op het podium staat Spinvis (Erik de Jong). Met de voorstelling ‘Oog in Oog’ trekt hij, nu de theaters en de poppodia weer open zijn, door het land. Dit keer zonder voltallige band, maar alleen met celliste Saartje van Camp.
Door Jules Roosenboom
We krijgen die avond een aangename dwarsdoorsnede van de Spinvis-catalogus opgediend. Onder andere Het Voordeel Van Video, Aan De Oevers Van De Tijd, Ronnie Gaat Naar Huis en Kom Terug passeren de revue. Spinvis drukt ons met teksten die lang voor de coronacrisis geschreven zijn soms met de neus op de feiten. Voorlopig valt er niet ver te reizen of diep te duiken. We mogen nog wel wijn drinken, maar om twaalf uur gaat onverbiddelijk het poetslicht in de cafés aan en moeten we ons klaarmaken om naar huis te gaan. En hard lachen zou te veel aerosolen verspreiden. Het zorgeloze lome leven dat dat hij bezingt in Ik Wil Alleen Maar Zwemmen, waarin de protagonist zo’n uitzonderlijke staat van zen-achtige kalmte bereik dat hij zijn auto weggeeft, lijkt verder weg dan ooit.
De minimale muzikale bezetting geeft een nieuwe dynamiek aan de Spinvis-klassiekers. Zijn wondermooie melancholieke teksten zijn ditmaal niet ingemetseld in samples, soundscapes en de bombast van een band, maar ze worden teruggebracht tot de essentie. Dat doet meer recht aan de verhalen die hij vertelt. Grote thema’s liggen bij Spinvis besloten in kleine, schijnbaar onbelangrijke gebeurtenissen. We worden als voyeurs midden in de levens van mensen geworpen. Scènes openbaren zich met een ogenschijnlijke willekeur aan de luisteraar en gaan ook weer voorbij zonder een spoor achter te laten. Hij is de chroniqueur van het onbeduidende burgerlijke leven, maar oordeelt niet over de mensen die hij opvoert. Hij beziet ze eerder met mededogen en affectie. Juist de voorzichtige, minimale muzikale ondergrond van (veelal) cello, gitaar en piano maakt deze verhalen nog fraaier en verfijnder.
Je zou kunnen zeggen dat Spinvis en Saartje van Camp er het beste van maken die avond, maar ze maken er iets beters van. Het Carré dat aan het begin van de avond nog onwerkelijk groot en ongezellig leek, wordt naarmate de avond vordert steeds kleiner en intiemer. Vanaf het podium worden we meegezogen in de muzikale dynamiek van een duo dat uitzonderlijk goed op elkaar is ingespeeld, dat soms zo zacht en behoedzaam speelt dat je op het puntje van je stoel wil gaan zitten om niets van de nuances te missen. Ze voeren je mee in een muzikale droomtoestand waarin je soms even de RIVM-richtlijnen, reproductiegetallen, teststraten en besmettingscijfers vergeet. Naar een plek waar we wél weer kunnen duiken, zwemmen, reizen, drinken en lachen. Het is een bijna nostalgische ervaring.
Spinvis live: raadpleeg zijn site voor het speelschema dit najaar