Uw ervaring op deze site wordt verbeterd door het gebruik van cookies.
× Sta cookies toe Meer informatie

Schaamte over Andy White

ma 25 februari 2019

Schaamte over Andy White

Schaamte over Andy White

Mijn blik moet een zeker ongemak hebben uitgedrukt toen Joe Henry mij in 1992 vertelde dat Madonna Ciccone zijn schoonzus was. We zaten in de kantine van wat tegenwoordig het Media Park heet. Henry had zojuist een 2 Meter Sessie afgerond. We spraken over zijn nieuwe album Short Man’s Room. Ik had hem gevraagd hoe hij er toch in was geslaagd om Family Ties, een schilderij van John Kirby uit 1988 dat in het bezit was van Madonna, te verkrijgen als afbeelding voor de cover van dit album dat hij samen met The Jayhawks had gemaakt.

Nog ongemakkelijker voelde ik me na het antwoord van Seventy Sevens – ook al weer lang geleden – op mijn vraag naar de betekenis van de zinsnede When it's a one-sided double-minded mirror with no reflection uit Do It For Love, het eerste liedje van The 77’s (Island, 1987). Lachend vertelde de band me dat ze maar wat hadden verzonnen. Daar zat ik in Engeland in een snikhete portocabine: de man van diepgang op de vlakte gehouden.

Ook het herlezen van een recensie van eigen hand kan het schaamrood op de kaken jagen. Wat eerder nog zo veel lof leek te verdienen, is alledaags en gewoon geworden. Erger is het wanneer de ongezouten kritiek jaren later als ongegrond én ongepast kan worden gelezen. Dat overkwam mij een paar weken geleden.

In 2006 prijkte op de releaselijst van dit blad Garageband van Andy White. Ik beluisterde het album een paar keer en schreef een korte, venijnige recensie waarin ik sprak van ‘vlak klinkt’, ‘een aantal zoetsappige liedjes’ en ‘dat Radoslav Lorkovic veel te veel op zijn piano pielt’. Dat alles werd beklonken met ‘een kleffe, teleurstellende plaat’. Garageband verdween in de kast.

Wat bracht mij ertoe om enkele weken geleden opnieuw naar het album te luisteren? Ik weet het werkelijk niet. Feit is dat ik Garageband hoorde zoals ik het nooit eerder hoorde. Eenmaal het stof van dat oude oordeel weggeblazen, bleek ik een pracht van een plaat in handen te hebben. Met nota bene een liedje over een door mij bewonderde schrijver: Samuel Beckett.

Het was dan ook met een zekere nederigheid dat ik Andy White – Studio Albums 1986-2016 (Floating World, 2016) bestelde. Twaalf studioalbums, geremasterd en voorzien van een fraai boekje dat over elk liedje iets te zeggen heeft. Nog lang niet alles is beluisterd, laat staan dat ik al uitgeluisterd ben. Daarom volsta ik met mijn favoriete liedje van dit moment: James Joyce’s Grave van Out There (1992). En The Guilty & The Innocent (2017) wordt binnenkort aan de collectie toegevoegd.

Onlangs stond ik met een collega op de parkeerplaats bij onze werkgever te praten. Sinds kort leest hij Heaven. “Jullie zijn wel héél vaak héél positief over al die platen”, zei hij. Ik dacht aan mijn eigen recensies. “Je hebt wel een punt”, antwoordde ik. “We zijn enthousiast, liefhebbers, dagelijks verwonderd.” Een dezer dagen zal ik hem eens bijpraten over Garageband van die grote liedjesschrijver uit Ierland.