Postuum: Jack Bruce
Postuum: Jack Bruce
Afgelopen zaterdag is Jack Bruce overleden. Hij zal vooral herinnerd worden als zanger/basgitarist van Cream, en aan nummers als Sunshine Of Your Love en White Room. Maar zijn oeuvre is veel omvangrijker. Bruce heeft allerlei soorten muziek gemaakt, naast bluesrock en jazz ook singer-songwriterachtig werk. Tot aan zijn dood bleef hij volledig relevant en uniek, getuige zijn dit jaar verschenen ijzersterke album Silver Rails. Hoewel hij bekend als basgitarist, was Bruce ook een uitstekend pianist en een fenomenale zanger. Het is dan ook geen wonder dat veel collega’s graag met hem samenwerkten: van Gary Moore en Robin Trower tot Kip Hanrahan en Carla Bley.
Jack Bruce kampte al lange tijd met gezondheidsproblemen. Dat is de reden waarom het interview dat ik in 2003 met hem zou hebben naar aanleiding van het verschijnen van More Jack Than God in eerste instantie niet doorging. Een maand later volgde er alsnog een telefonisch gesprek. Ik bewaar er nog steeds goede herinneringen aan. Als eerbetoon aan de grootmeester volgt hieronder de integrale tekst van het artikel dat in Heaven verscheen.
Jack Bruce: levende legende
Met Eric Clapton en Ginger Baker vormde Jack Bruce in de jaren zestig Cream en scoorde hij de hits White Room en Sunshine Of Your Love. Die groep bestond niet veel langer dan twee jaar, maar verkocht desondanks niet minder dan 35 miljoen platen. Vergelijkbaar succes heeft hij sindsdien niet meer geboekt. Tenminste, in commercieel opzicht. Artistiek levert hij echter nog steeds topprestaties. Een gesprek met de inmiddels 60 jaar oude Jack Bruce, een levende legende.
Dit jaar telt een ongekend hoog aantal Jack Bruce-uitgaves. Zijn oude solowerk is opnieuw uitgebracht, inclusief bonusmateriaal. Er zijn dvd’s verschenen met concertopnames en een live dubbel-cd van The Jack Bruce Band uit 1975 met onder anderen Mick Taylor. Verder ligt na meer dan 25 jaar eindelijk de prachtige studioplaat Jet Set Jewel in de winkels. En als klap op de vuurpijl is er ook nog een indrukwekkende nieuwe cd: More Jack Than God. Redenen te over voor een interview.
Een eerder gepland gesprek in Amsterdam werd op de valreep geannuleerd omdat Jack Bruce problemen had met zijn gezondheid. Het ziet er niet naar uit dat hij op korte termijn nog naar Nederland komt, en daarom vindt het interview een maand later telefonisch plaats. Hij vertelt dat het goed met hem gaat, maar wil er verder niet te veel over kwijt. Veel liever praat hij over zijn muziek. Over de heruitgave van zijn oude platen, bijvoorbeeld, waarmee hij erg in zijn nopjes is. ‘Soms worden er dingen opnieuw uitgebracht zonder dat je er zelf iets van weet. Maar dit keer ben ik er nauw bij betrokken geweest, bijvoorbeeld bij de selectie van de bonustracks. Ik ben vooral blij met de remastering. De platen klinken beter, er is meer detail. Voor mijn soort muziek is de cd gewoon een beter medium dan vinyl.’ Mojo gaf vijf sterren aan Harmony Row en Songs For A Tailor. Vindt Bruce dat zelf ook zijn twee beste platen? ‘Het is moeilijk voor mij om over mijn eigen werk te oordelen. Harmony Row zou wel eens mijn beste plaat kunnen zijn, maar het is niet aan mij om dat te bepalen. Het is trouwens wel altijd leuk om vijf sterren te krijgen!’ Zijn er in de lange carrière ook platen geweest die hij achteraf liever niet had gemaakt? ‘Nee. Achteraf ben je lang niet altijd honderd procent tevreden; soms had je iets anders gemixt willen hebben of de zang beter willen opnemen, maar er is geen plaat waar ik spijt van heb.’
Naast solowerk uit de beginperiode is dit jaar ook Jet Set Jewel verschenen. Deze plaat nam Bruce al in 1978 op samen met Hughie Burns, Tony Humas, Simon Philips en Dick Heckstall-Smith, maar bleef sindsdien op de plank liggen vanwege problemen met Robert Stigwood en de verkoop van RSO aan PolyGram. Het nieuwe label zag geen brood in de lp, terwijl die nog beter is dan de plaat die hij daarna opnam: I’ve Always Wanted To Do This, waarmee hij indertijd het eindejaarslijstje van de Nederlandse critici haalde. Jet Set Jewel herinnert Bruce aan een moeilijke periode maar hij is er niet minder blij om dat de plaat eindelijk toch is verschenen. ‘Het voelt als een overwinning.’
Dit najaar verraste Jack Bruce ons met een nieuwe cd: More Jack Than God, zonder meer een parel in zijn toch al imposante oeuvre. Net als op de voorganger (Shadows In The Air) werkt hij erop samen met de New Yorkse bandleider Kip Hanrahan, met wie hij in het verleden prachtplaten opnam als Vertical’s Currency (1986) en Exotica (1992). ‘Ik heb het altijd fijn gevonden om met Kip samen te werken en heb besloten een trilogie te maken met medewerking van sommige van de mensen die ik via hem heb leren kennen. Volgend jaar hoop ik in Cuba de derde cd op te nemen, samen met mijn band Cuicoland Expres en een aantal Cubaanse muzikanten.’
Terwijl er op Shadows In The Air grote namen meedoen als Dr. John, Eric Clapton en Gary Moore, heeft Bruce daar op zijn nieuwste cd bewust van afgezien. Gitarist Vernon Reid (Living Colour) is wel weer van de partij en ook Bruce’ zoon Malcolm speelt mee. ‘Eerst wilde ik Jeff Beck vragen, maar uiteindelijk heb ik besloten het simpel te houden. Dat verdienen Vernon en Malcolm. Maar ooit hoop ik nog eens iets met Jeff op te nemen.’ More Jack Than God is een intrigerende titel. Verwijst Bruce ermee naar de periode dat fans op de muren schreven dat Clapton God was? ‘Nee’, antwoordt hij, ‘en het heeft ook niets te maken met de man hierboven.’ De titel blijkt te zijn ontstaan tijdens het mixen van Kelly’s Blues. Op dit nummer spelen zowel Jack Bruce als Godfrey Townsend gitaar en de technicus wilde op een bepaald moment van Jack weten of hij diens spel naar voren moest mixen of dat van Godfrey.
Een van de mooiste songs op de cd heet Progress. Het nummer klinkt als Kurt Weill, maar wie het geschreven heeft, is niet te zien op mijn promo-cd. Het blijkt eigen werk te zijn. ‘Ik vind het niet zozeer Kurt Weil. Het is meer een song die verwijst naar de depressie van de jaren dertig. Het is een eerbetoon aan mijn vader. Hij was pianist, amateur, maar erg goed. Vroeger luisterde ik vaak naar hem als hij zijn favoriete nummer speelde: Brother Can You Spare A Dime.’ De tekst van Progress – het wekt geen verbazing – is geschreven door Pete Brown, de dichter met wie Bruce al sinds 1966 samenwerkt. ‘Wij voelen elkaar heel goed aan en waarom zou je de samenwerking dan beëindigen? Misschien vergis ik me, maar ik denk dat wij het oudste songwriters-partnerschap vormen dat nog steeds actief is.’ Zoals wel vaker, staan er ook op de recente cd weer enkele nieuwe versies van oude nummers. Daaraan ligt duidelijk geen writer’s block ten grondslag. Maar wat is dan wel de reden? ‘Ik vind het gewoon leuk om die oude nummers opnieuw te doen. Ze verdienen het om opnieuw gehoord te worden, in een andere versie. I Feel Free is ooit door Bowie uitgevoerd en Politician hebben we gedaan omdat de drummers (Cuicoland Express telt twee drummers: El Negro Horacio Hernandez en Robby Ameen, KvW) dat nummer zo graag spelen.’ Bruce vertelt dat de oude songs live zijn opgenomen met de band, waarbij ervoor gezorgd is dat ze qua sound niet uit de toon vallen tussen de studio-opnames.
*******
Noem de naam Jack Bruce en iedereen zal onmiddellijk aan de basgitaar denken. Maar daarnaast is hij ook goed thuis op diverse andere instrumenten. ‘Ik vind het leuk van alles te doen. De piano is het instrument dat ik het langst van allemaal bespeel. Maar waarschijnlijk ben ik het best op de bas.’ Als ik vertel dat het bovenal zijn fenomenale zang is die mij aanspreekt, kan hij zich dat wel voorstellen. Niet voor niets is hij immers door anderen gevraagd als zanger aan hun projecten mee te werken. Luister bijvoorbeeld naar het indrukwekkende Rawalpindi Blues op Escalator over the Hill van Carla Bley of naar Was There? op Road Games van Allan Holdsworth. Ook als bassist heeft hij met de meest uiteenlopende mensen samengewerkt. Van Mose Allison tot Frank Zappa. ‘Ik vind het gewoon fijn om met allerlei mensen te spelen. De samenwerking met Mose ontstond heel toevallig. Ik trad toen (het Montreux Jazz Festival in 1982, KvW) op met Billy Cobham en Allan Holdsworth en Billy vroeg aan me: ‘Heb je zin om met Mose mee te doen want hij heeft geen band?’ Met Frank Zappa speelde Jack Bruce tijdens de opnames voor Apostrophe’. Ook daar bewaart hij goede herinneringen aan, vertelt hij. Een verbazingwekkende uitspraak, want indertijd liet hij zich negatief uit over het gitaarspel van Zappa, die naar zijn mening teveel Claptontje wilde spelen. De journalist blijkt hem correct te hebben geciteerd. ‘Frank Zappa is geen Eric of Jimi. Ik zie hem meer als componist dan als gitarist.’
Cream is de groep waarmee Jack Bruce altijd geassocieerd zal worden. Is hij het eens met de inschatting dat die band voor 50% uit zijn inbreng bestond, voor 35% uit Eric Clapton en voor 15% uit Ginger Baker? ‘Het is niet aan mij om dat te kwantificeren. Cream had in feite twee gezichten. Live hadden we alledrie heel duidelijk onze eigen inbreng. In de studio lag dat wat anders. Daar was mijn inbreng groter omdat ik een belangrijk deel van de nummers geschreven had.’
Sinds Cream heeft Bruce deel uitgemaakt van diverse andere powertrio's. Met Leslie West en Corky Laing (beiden ex-Mountain) maakte hij matige hardrock onder de noemer West, Bruce and Laing. Met de duidelijk door Jimi Hendrix beïnvloede gitarist Robin Trower (ex-Procol Harum) en drummer Bill Lordan maakte hij bluesrock onder de naam B.L.T. en met Ginger Baker en Gary Moore deed hij de Cream-tijden herleven als BBM. Dit soort projecten heeft weliswaar tot een aantal lekkere platen geleid, maar leverde toch veel clichématiger muziek op dan het solowerk. Maar Bruce vertelt dat hij vooral aan de samenwerking met Gary Moore met plezier terugdenkt en het niet uitsluit dat hij in de toekomst opnieuw een powertrio met hem zal vormen. Wat spreekt hem zo aan in de trio-vorm? ‘Vooral de vrijheid die je hebt als bassist en zanger. Er speelt niemand keyboards. Een trio werkt meer polyfoon dan harmonisch: de melodie is belangrijker dan de harmonie. Zelfs de drummer moet melodieën spelen en die benadering boeit mij, ook vanwege mijn achtergrond en studie, toen ik me concentreerde op de cello en op Bach.’
In het boekje van Jet Set Jewel lezen we dat Jack Bruce er niet rouwig om is dat hij sinds Cream geen grote commerciële successen heeft geboekt. ‘I never wanted to be a star, I just wanted to make good music.’ In dat laatste is hij heel goed geslaagd en hij heeft in de loop der jaren een indrukwekkend aantal prachtsongs geschreven waarin folk, rock, blues en jazz op hoogst originele wijze samensmelten. Welke song vat de essentie van Jack Bruce het best samen? Het wordt even stil. ‘Goh, dat is een moeilijke vraag.’ In eerste instantie twijfelt hij tussen Pieces Of Mind en Keep On Wondering, beide afkomstig van Out Of The Storm, mijn favoriete lp. Maar dan verandert hij van gedachten. ‘Ik denk toch dat Sunshine Of Your Love het meest typerend is voor mij omdat het gebaseerd is op een basriff. Als je een muziekwinkel binnenloopt is dat ook het nummer dat kids altijd spelen als ze een gitaar uitproberen.’
Vrijwel al zijn generatiegenoten zijn dood, gestopt met muziek maken of in slaap gesukkeld en irrelevant geworden. Maar de inspiratieput van Bruce staat nog lang niet droog – recente nummers als Kelly’s Bluesen Progress<> behoren tot het beste dat hij geschreven heeft – en hij is zonder meer een van de meest oorspronkelijke talenten die de popmuziek heeft voortgebracht. Als ik op het eind van het gesprek opmerk dat er in zijn muziek altijd dingen gebeuren die je niet verwacht, zegt hij. ‘Dat houdt het voor mij interessant. Ik heb altijd al geprobeerd dingen wat anders te doen dan gebruikelijk. Zo heeft het intro van White Room een vijfkwartsmaat, wat niet erg gebruikelijk is binnen de popmuziek, terwijl er op I Feel Free een stukje a capella zit.’ Het is te hopen dat deze grootmeester ons nog heel lang met nieuw werk zal blijven verrassen.
Jack Bruce: 14 mei 1943 – 25 oktober 2014.