Uw ervaring op deze site wordt verbeterd door het gebruik van cookies.
× Sta cookies toe Meer informatie

Column

Tekst: Ludo Diels
wo 1 december 2021

Pop en het Peter Pan-syndroom

Column

Impertinente vragen, ze bestaan. Neem de vraag hoe oud een popartiest mag worden, zoals onlangs gesteld op deze site door Chris Bernasco. Dat is een vraagstelling in de buitencategorie, qua impertinentie welteverstaan. Daar wees Bernasco zelf in zijn stuk ook op.

Door Ludo Diels
 
Zijn beschouwing houdt me bezig. Mijn eerste opwelling was dat ik die vraag onnozel vind, maar ik weet het niet. Ik schrijf dit tastend en zoekend om een antwoord te vinden. Misschien ben ik het onbewust meer hem eens dan ik bij eerste lezing van zijn column durfde toe te geven. Maar ergens stoort me die imperatieve vraagstelling.

In zijn column wordt een poging ondernomen om de vraag naar de houdbaarheidsdatum van een popartiest te beantwoorden. Ik kan er nauwelijks een touw aan vastknopen. Zo zou de ‘Club van 27’ door hun vroegtijdige dood aan ‘de verwachtingen’ hebben voldaan en is het niet onredelijk wanneer de rockmastodonten hun plaats afstaan aan de jonge garde.
Bernasco presenteert drie perspectieven op de rechtvaardiging van een pensioengerechtigde leeftijd voor popartiesten. Een esthetisch perspectief (niet om aan te zien die ouwe artiesten), een sociaal perspectief (plaatsmaken voor jong talent) en een professioneel perspectief (popartiesten kunnen de schijn van moeiteloosheid niet meer opbrengen). Klinkt allemaal gewichtig. En dan – als klap op de vuurpijl – komt hij op de proppen met de sprezzatura (ahum) als kunsttheoretische verklaring. Klinkt goed, geeft academische glans.  
 
Dat die arme Roger Daltrey ooit zong dat hij hoopte te sterven voor hij oud werd, zal hem tot in de eeuwigheid worden nagedragen. Maar wat zegt deze iconische en – sorry – platgeciteerde regel eigenlijk? Dat de zanger zijn belofte heeft gebroken? Onzin. Het nummer My Generation gaat over een tijdsbeeld. Hier spreekt de bravoure van de jeugd. Lullig om dat iemand tot in de lengte der dagen te blijven nadragen. En dan: wat is oud?
 

Helemaal vrijuit ga ik niet als het over de houdbaarheid van popmusici gaat. Ik schreef eerder over de verstreken datum van de Stones en over botox-rocker Bruce Springsteen. Het ging mij echter niet over zoiets burgerlijks als een pensioengerechtigde leeftijd of over de vraag of de artiesten nog wel over swagger dan wel – daar is ie weer – sprezzatura beschikten. Ik had het over het knellende keurslijf van de jeugdigheid, over het op onwaardige wijze oud worden door de ouderdom te ontkennen. Die ontkenning maakt het voor mij zielig om de bijna tachtiger Jagger als een veulen te zien ronddarren. Datzelfde geldt voor Springsteens koprollen, knie- en buikschuiverij op het podium. Aan acrobaten, hardlopers en stuntmensen hangt een leeftijdskaartje. Maar er is niets mis met een recreatieve hardloper, iemand die zijn eigen tempo aanhoudt. Zo iemand noem je: verstandig.
 
Waarom zijn sommige artiesten met het klimmen der jaren wel geloofwaardig? Denk aan Neil Young, John Mellencamp, Emmylou Harris, Lucinda Williams. Waarom kunnen blueszangers tot op hoge leeftijd oprecht op het podium staan? En jazzmusici, niet te vergeten. Niet omdat ze een bestudeerde nonchalance koesterden, maar omdat ze waarachtig blijven in hun kunst. Leeftijd is irrelevant. Het gaat om een state of mind, om het erkennen dat je ouder wordt, om eerlijkheid.
 

Ik gun de mens Jagger of welke oude aansteller dan ook van harte alle gezondheid en vitaliteit. Mij stoort de manier waarop de pose, de act, de kunst in de weg zit. Ze reduceren zich hierdoor vaak tot een slechte kopie van hun vroegere zelf, een parodie. Popmuziek als een prestatie, als een panacee om Magere Hein op afstand te houden. We kijken er met open mond naar, maar het slaat nergens op. Je mag dat een esthetisch perspectief noemen. Alleen ben ik het niet met Bernasco eens dat een artiest zou moeten stoppen omdat de popmuziek nu eenmaal drijft op de illusie van de eeuwige jeugd. Dat is al jaren niet meer zo. Enkel voor mensen die My Generation van stal blijven halen als het ultieme bewijs voor de romantische leugen van de eeuwige jeugdigheid. De rest is opgegroeid, droeviger en wijzer geworden.
 
Popmuziek is al heel lang geen subversieve kunstvorm meer voor jongeren. Het is volwassen muziek. Alleen sommige artiesten en hun fans hebben dat niet begrepen. Ze houden collectief vast aan een Peter Pan-syndroom.
 
Een interessantere exercitie vind ik het om je af te vragen of een man van dik in de zeventig nog wel de teksten kan zingen die hij zong toen het testosteron nog door zijn lijf joeg. Sweet Sixteen klinkt uit de schorre keel van een oude knar als iets waar de zedenpolitie aan te pas moet komen. Het is zielig en ongepast. Sommige artiesten zingen bepaalde liedjes dan ook niet meer. John Mellencamp gaf onlangs in een interview aan dat hij Hurts So Good niet meer brengt als zeventigjarige. Het past niet.
 
De Stones kunnen nog jaren vooruit, ook zonder de aanstelleritis van Jagger. Daarbij hoeven ze niet meer te mikken op de overmoed van de steeds grotere zaal of arena die past bij de jonge artiest en zijn tomeloze ambitie en bravoure. Ze hebben niets meer te bewijzen. Niemand hoeft te stoppen, maar ze kunnen wel veranderen en met de tijd meegaan.
 
Hoe? Door te stoppen met optreden als een daad van verzet tegen de oude dag, en als een taoïst te berusten in de tijd. Waardig oud worden als de blues- en jazzmusici, dat is volgens mij de weg. Blijf vooral optreden, met of zonder rimpels, rollators en viagra. Dat maakt niets uit. Goede muziek is tijdloos, laat die spreken. zonder te rennen en te springen.
 
Een echte popartiest sterft nooit. Kijk maar naar die ‘Club van 27’. Ze zijn er nog. Ze stierven voor ze oud werden, maar blijven leven. Het is als artiest mogelijk om nooit te sterven. Dat is de magie van de muziek. Het lichaam is broos en sterfelijk, maar dat geldt niet voor de muziek en de mythe van de popartiest. Een popartiestenpensioen? Nooit! Hoe oud mag een popartiest worden? Onsterfelijk! Wat ik een oude popartiest gun? Dat hij zelf tot inzicht komt hoe lang hij nog geloofwaardig is. Of ik met Chris Bernasco van mening verschil is me nog steeds niet duidelijk.