Review
Phillip Goodhand-Tait: ster die geen ster werd
De Engelse zanger-toetsenist Phillip Goodhand-Tait mocht in de jaren zeventig aan het succes ruiken, maar brak nooit echt door. Dat is verwonderlijk, want hij was een doorgewinterde muzikant én songwriter. Voor hij solo ging had hij al zo’n tien jaar muzikale ervaring met Phil and the Stormsville Shakers. Bovendien nam de in Engeland een tijd razend populaire groep Love Affair veel nummers van hem op en werden van zijn eerste albums songs als Leon, Oceans Away en Parade gecoverd door The Who-zanger Roger Daltrey en Gene Pitney.
Door Ruud Heijjer
Ook de Arubaans-Nederlandse zanger Euson zong Leon tot een Nederlandse hit in 1974. Deze box bevat Goodhand-Taits eerste vier soloalbums: Rehearsal (1970), I Think I’ll Write A Song (1971), Songfall (1972) en Phillip Goodhand-Tait (1973). Hij maakte die voor DJM, het label van Dick James, de man die samen met Brian Epstein het copyright van de songs van de Beatles bezat én de helft van die van Goodhand-Tait.
Ze laten horen hoe Goodhand-Tait elementen uit pop combineerde met invloeden uit de rootsmuziek, al bestond dat woord nog niet: in de songs van zijn solodebuut zijn duidelijk de swingende blazers en opzwepende vrouwenkoortjes uit de rhythm-and-blues van de Stormsville Shakers te horen. Daaroverheen zingt Goodhand-Taitt rauw en emotioneel. Hoewel op zijn tweede naast zijn zang en toetsen volgens de toenmalige muzikale mode de gitaarsolo’s van Andrew Latimer (niet veel later oprichter van Camel) centraal stonden, blijven zijn songs sterk en vooral ook direct herkenbaar door zijn stijl van schrijven en zijn karakteristieke stem.
Zijn derde is muzikaal weer veel introverter en intiemer, terwijl Goodhand-Tait ook eer bewijst aan Buddy Holly en de Everly Brothers door van elk een song te coveren. Door het zakelijke succes van Goodhand-Taits toenmalige platenfirma werden ook zijn opnamebudgetten steeds groter. Ironisch genoeg was Elton John daar destijds de oorzaak van. Het in Amerika opgenomen Philip Goodhand-Tait moet een poging zijn geweest hem alsnog te laten doorbreken, maar klinkt nu onpersoonlijk, overgeproduceerd en muzikaal richtingloos.
Deze box bevat naast de oorspronkelijke 46 songs in totaal nog twaalf niet eerder uitgebrachte tracks. Dat maakt deze release met de liner notes van Goodhand-Tait zelf niet alleen een totaalopname van zijn ontwikkeling tot de ster die hij niet werd. Hij laat ook horen hoe onterecht dat was op basis van zijn eerste drie albums: die muziek blijkt bij deze hernieuwde kennismaking tijdloos.
Phillip Goodhand-Tait: Gone Are The Songs Of Yesterday: Complete Recordings 1970-1973 (Cherry Red Records)