Column
Op het tweede gehoor: Waar is de gitaarsolo?
Er zijn dingen die zo geleidelijk veranderen dat je de trend lange tijd niet opmerkt - totdat die zich onverwachts aan je opdringt. Zo’n ervaring had ik een tijdje geleden bij het luisteren naar het nummer Overseas op Reunions van Jason Isbell and The 400 Unit. Ik hoorde iets waarbij ik verwonderd dacht: wat heb ik dat al een tijd niet meer gehoord… een lange gitaarsolo.
Door Chris Bernasco
Ellenlange erupties van ‘gitaargoden’ zijn allang niet meer in de mode, dat wist ik natuurlijk wel. Maar nu realiseerde ik me opeens dat ik in het huidige popaanbod überhaupt nog maar zo weinig gitaarsolo’s hoor, ook korte. Zelfs in indiepop en americana lijken ze schaars te worden. Of zie ik spoken? Waarschijnlijk niet. Wetenschappelijk bewijs heb ik niet kunnen vinden, maar de aanwijzingen wijzen allemaal één kant op.
Ten eerste: kijk eens naar acts die hoog genoteerd staan in de jaarlijstjes van 2020. Sault, Phoebe Bridgers, Fiona Apple, Eefje de Visser, Fontaines D.C., Waxahatchee – mooie muziek, maar gitaarsolo’s moet je met een lantaarntje zoeken. Belangrijker: verschillende popkenners signaleren dezelfde trend, van de blog Ondergewaardeerde Liedjes tot VPRO’s 3voor12 (Timo Pisart) en het YouTube-kanaal van de Amerikaanse muzikant-producer Rick Beato (2 miljoen volgers). De conclusie is glashelder: de gitaarsolo hoort op de Rode Lijst van bedreigde popmuzikale hoogstandjes.
Als verklaring voor deze ontwikkeling wordt door de drie popkenners gewezen op de opkomst van dance, hiphop en r&b in de afgelopen decennia, die de rock naar de achtergrond hebben gedrongen. Maar waarom dat dan weer is gebeurd blijft in het midden, al wijst sessiegitarist Tim Pierce bij Rick Beato nog wel op de superieure geluidskwaliteit van samples uit de pc ten opzichte van analoge scheurende gitaren.
Zelf heb ik het idee dat de langzame fade-out van de gitaarsolo samengaat met het uitsterven van de rockster zoals beschreven door de Britse muziekjournalist David Hepworth in zijn boek Uncommon People (2018). De guitar hero is volgens hem een van de verschijningsvormen van het 20e-eeuwse fenomeen van de rockster (1955-1994): de – meestal mannelijke – halfgod die zich wist te onttrekken aan zo’n beetje alle beperkingen van het sterfelijke bestaan. Het lijkt mij niet onlogisch dat met het verscheiden van de laatste echte rockster (Kurt Cobain) ook de gitaargod aan zijn aftocht begon.
Is het misschien ook daarom dat er onderdrukt verdriet doorklinkt in de verhalen op de drie websites? Rick Beato (1962) en Tim Pierce (1959) moeten voelen dat de verdwijnende gitaarsolo symbool staat voor hun jeugd die niet meer terugkomt, en dat geldt vermoedelijk ook voor de deelnemers aan Ondergewaardeerde Liedjes. Zelfs Timo Pisart (1989) denkt met weemoed terug aan de posters van John Frusciante en Slash aan de wanden van zijn jongenskamer. Om het gemis op te vangen komen ze alle drie met lijstjes met oude en nieuwe onvergetelijke solo’s en gitaarhelden.
Ook ik voel pijn om de gitaarsolo. Hoewel het liedje en de zang voor mij meestal het belangrijkste zijn, kan ik ook ontzettend genieten van virtuositeit. En die komt in de popmuziek toch vooral van de elektrische gitaar. Alleen de gitaar kan jou als luisteraar meenemen naar een plek waar je nooit dacht te kunnen komen.
Daarom schuif ik hier ook graag een van mijn favoriete gitaargoden naar voren: Derek Trucks. Een weergaloze muzikant me elke keer weer kippenvel kan bezorgen. Tekenend voor de tijd van nu is dat deze geweldenaar de spotlights gelijkelijk deelt met zijn echtgenote, zangeres-gitariste Susan Tedeschi, in een mooie rolverdeling: zij zingt eerst de pannen van het dak, hij mag ze daarna als een soort kleiduiven aan gruzelementen spelen. Luister naar Anyhow. Of naar Midnight In Harlem. Geniet!
Chris Bernasco geeft hier eens in de maand een bijzondere kijk op popmuziek.