Blog
Nieuw boek over Paul McCartney solo
Rob van den Berg, McCartney-kenner en fan van het eerste uur, publiceerde een nieuw boek over Paul McCartneys solo-jaren. De dikte van meer dan 350 bladzijden doet je beseffen die solocarrière inmiddels meer dan vijftig jaar beslaat.
Hoewel Rob van den Berg, anders dan in veel boeken die Paul McCartney als onderwerp hebben, niet het doel heeft de persoon te doorgronden, krijg je niettemin wel een beeld van hoe de man in elkaar steekt. In verschillende opzichten is dat anders dan het algemene beeld dat van hem is gecreëerd door popjournalisten en recensenten. Zo is McCartney volgens Van den Berg niet de risicoloze ‘hitfabriek’ uit die beeldvorming, maar volgt hij zijn muze. We vroegen de auteur zijn boek toe te lichten.
In 1971 is de wond van het uiteenvallen van de groep die de jaren zestig van de vorige eeuw domineerde, nog vers. Al zette de ontbinding van The Beatles zich al in na 1967, toen de groep een artistiek hoogtepunt bereikte met Sergeant Pepper’s Lonely Hearts Club Band en (in mindere mate, maar toch bijzonder genoeg) The Magical Mistery Tour. In mijn boek stel ik dat het uiteengaan van de groep in feite een heel normaal proces was van jongens die in hun prille tienerjaren met ongekende ambities tot de grootste act van de wereld uitgroeiden en die volwassen werden. Ze kregen ieder voor zich behoefte hun eigen weg te gaan. Degene die zich het langst vast klampte aan the Beatles, is uiteindelijk degene die er een eind aan lijkt te maken in april 1970. Tegen die tijd waren de onderlinge verhoudingen verslechterd en voor Paul McCartney was het onverteerbaar dat de consensus in de groep was losgelaten. Hij moest opboksen tegen de anderen in hun keuze voor een manager waar hij helemaal niets in zag.
Paul McCartney bracht direct na het uiteenvallen van The Beatles twee soloplaten uit. De eerste, simpelweg McCartney geheten, wordt tegenwoordig wel gezien als het allereerste ‘lo fi’-album. Hij neemt alle instrumenten voor zijn rekening en het album is een verademing vergeleken bij wat John Lennon en George Harrison tot dan als soloartiest hebben laten zien. Maar het is een vrijblijvende plaat, waaraan is af te horen dat McCartney relaxed is en ook bevrijd is van de spanningen. Het album benadert niet de superioriteit van Beatlesplaten en wordt getorpedeerd door critici.
Op het tweede soloalbum, Ram, toont McCartney zich moedig en ontwikkelt hij een duidelijk andere stijl dan die van The Beatles, een stijl die hij in de jaren zeventig verder boetseert en stileert met zijn groep Wings. Ook Ram wordt door velen gezien als ondermaats, als ‘liftmuziek’. Als in september 1971 Lennons nieuwe plaat uitkomt (zijn beste), komt die volledig in het teken te staan van de song How Do You Sleep? Al zegt Lennon er later over dat hij gewoon een goed nummer wilde maken, staat het vol hatelijkheden jegens zijn vroegere vriend Paul (die op Ram wat speldenprikjes had uitgedeeld). Waarschijnlijk dacht Lennon profetisch te zijn toe hij zong dat een ‘mooi gezicht een paar jaar mag duren’, maar dat daarna wel duidelijk zou worden tot hoe weinig McCartney in staat was. Helaas is Lennon vermoord in december 1980, maar zijn solocarrière in de jaren zeventig lijkt te bevestigen dat zijn voorspelling meer hemzelf betrof dan McCartney. Eerlijk gezegd zijn alleen Imagine (1971) en het daaraan voorafgaande John Lennon Plastic Ono Band (muzikaal halfslachtig maar ongelooflijk krachtig en persoonlijk) van het hoogste niveau.
McCartney is een bezige bij. Dat was al zo met The Beatles. Zijn arbeidsmoraal is fantastisch. Maar zelf ziet hij dat niet zo, want muziek maken is zijn passie. Dan is het geen werk, volgens Paul. Recent bracht hij net als in 1970 een album uit waarop hij alles in zijn eentje doet. Knap, kunstig en soms gekunsteld. Kun je van zo’n muzikant anno 2020/2021 nog een Eleanor Rigby verwachten?
Heel lang, te lang, is McCartney nauwelijks serieus genomen. Zijn muziek zou nietszeggend zijn, te commercieel en heel ver af staan van zijn vroegere niveau. Zoals je op de achterflap van mijn boek kunt lezen zou volgens heel wat criticasters McCartney ‘een oude zeiksnor zijn die achterlijke liefdes liedjes zingt voor bejaarde huisvrouwen’. De laatste tien jaar is het beeld wat verbeterd. Maar toch, toch blijft er in de ogen en oren van popjournalisten iets aan de man kleven. Een aantal ‘hardcore’ Beatlesfans is in 1970 ook afgehaakt en onder hen zijn er die vinden dat McCartney sindsdien hooguit tien fatsoenlijke liedjes heeft voortgebracht. Aan de andere kant heeft McCartney wereldwijd een grote schare fans die hem waarderen om wie hij is: een zeer begaafd en oprecht musicus.
Is dan alles geweldig geweest in die vijftig jaar solo? Zeker niet. Er zijn zwakke platen geweest en ook wel zelfoverschatting met een film in de jaren tachtig. Maar al die platen bergen meer dan genoeg juweeltjes in zich, zelfs de allerzwakste plaat telt er twee tot drie. McCartney is objectief beschouwd bovendien de enige ex-Beatle die erin is geslaagd om een album voort te brengen dat zich kan meten met willekeurig elk Beatlesalbum: Band On The Run. Geen noot verkeerd.
In mijn boek Paul McCartney 50 jaar solo (1970-2020) wordt ieder solojaar belicht, en krijg je een goed beeld van zijn verrichtingen en hoe Pauls leven is verlopen. Het boek is zeker een eerbetoon aan McCartney, het is geschreven door een fan. Maar McCartney-fans zijn onverholen kritisch. Elvis Costello, die met hem in de jaren tachtig samenwerkte, zei het al: ‘ze verwachten het onmogelijke van Paul’. Aan heiligverklaringen doen de fans van Paul niet. Ik ook niet in mijn boek.
Paul McCartney 50 jaar solo (1970-2020) is te bestellen via mccartney50jaarsolo.com. Het meer dan 350 bladzijden tellende boek, rijk geïllustreerd, kost €37,90 (inclusief verzendkosten).