Blog
Live in Carré: 50 jaar Nits
Het vieren van een 50-jarig jubileum vraagt om een passende ambiance. Dat Nits hiervoor in het hoofdstedelijke Carré zijn neergestreken, is dan ook passend. Met hun grensoverschrijdende romantiek doen Henk Hofstede c.s. de komende tijd alle hoofdsteden van Europa aan.
Tekst Jeroen van der Vring Foto Jan-Willem Bullée
De tragiek was de afgelopen jaren niet van de lucht. Hun creatief krachthonk, studio De Werf, brandde in 2022 tot aan de grond toe af en alsof dit nog niet genoeg was, kreeg zanger en boegbeeld Henk Hofstede te kampen met een spieraandoening die hem het spreken en zingen ernstig bemoeilijkt.
Het onheil van de brand wordt tijdens deze avond aan de rand van het podium door een uitgelichte maquette subtiel verbeeld. Ook het decor is een weerspiegeling van de titel van hun recent verschenen ep Tree House Fire. Naar eigen zeggen zou zonder deze brand dit nieuwe songmateriaal er niet zijn geweest. Daarom is het een triomf om Henk Hofstede, Robert Jan Stips en Rob Kloet vanavond op een vol en sfeervol aangelicht podium te mogen begroeten. Tijdens de aftrap van de set grapt Hofstede: “Wij zijn De Aardappeleters en de Victory Boogie Woogie; alleen wij zijn er nog.” Zo komen oude meesters opnieuw tot leven.
Op Tree House Fire, hun 29e studioalbum, bevestigt de band maar weer eens het cliché dat zware tijden vaak goede kunst opleveren.
Vanaf de oprichting in 1974 schuilt in al het materiaal van Nits de perfectie zonder dat het ook maar ergens gekunsteld aanvoelt. De thematiek is vaak herkenbaar, troostrijk en melancholisch. Bij Nits gaan tekstuele weemoedigheid en optimisme hand in hand. En voordat je het weet is een nummer, bijvoorbeeld het glansrijke Nescio, je zo eigen dat het onder je huid gaat zitten. Hun liedjes zijn bij velen bekend zonder dat de bandnaam direct herkenning oproept. Maar inmiddels kun je zonder voorbehoud stellen dat Nits tot het Nederlands cultureel erfgoed behoren. Wie kan In The Dutch Mountains bijvoorbeeld niet meezingen?
Met zo’n schatkamer aan repertoire is het te prijzen dat de band begint met nieuw songmateriaal. De zes nummers van de kersverse ep krijgen de aandacht die ze verdienen. Hofstede trapt met zijn muzikale kompanen af met het ontroerende Month of May. De drie achtergrondzangeressen, die eveneens op de plaat te horen zijn, geven de nummers ook live de gewenste sfeer, gelaagdheid en kleur.
De nieuwe, indringende songs komen live bijzonder goed uit de verf. Big Brown Building, het stemmige The Tree en het dreigende The Attic; het zijn verfijnde liedjes vol melancholie. The Wind has No Clothes vormt een van de hoogtepunten in het eerste gedeelte van de avond.
Hofstede grapt wat tussen de nummers door en huppelt soms als een jonge hond over het podium. Het spelplezier en de ‘kijk ‘ns we zijn er nog-houding’ stralen ervan af. De nummers worden gecompleteerd met het virtuoze en vindingrijke toetsenwerk van Robert Jan Stips en het zo herkenbare drumwerk van Rob Kloet. Favorieten als J.O.S. Days, In The Dutch Moutains en Cars & Cars worden door het publiek met liefde omarmd. Naast The Bauhaus Chair en Lits-Jumeaux was het stemmige Les Nuits het hoogtepunt van een avond Nits aan de Amstel. De woorden “Les nuits sont noires, l'envie, l'espoir, et toi, tu es, le jour, la nuit”, lijken door Carré te worden geabsorbeerd.
Na twee toegiften vinden de drie muzikanten het mooi geweest en met Sketches of Spain sluit Nits het optreden af. Van dit nummer, dat verhaalt over de Spaanse burgeroorlog, wordt het refrein ("It Never, Never Never, Never, Never stops, Never stops") door iedereen mee geneuried. Zo kreeg de avond een actueel slotakkoord.
In Carré bleek dat de drie muzikanten nog steeds vooruitkijken. Zowel live als met hun nieuwe studiowerk leveren ze nog altijd kwaliteit.