Uw ervaring op deze site wordt verbeterd door het gebruik van cookies.
× Sta cookies toe Meer informatie

Interview

Tekst: Pieter Franssen
di 31 maart 2020

Kenny B: ‘We are one’

Interview

Ook Heaven wil deze cultureel magere tijden voor muziekliefhebbers iets draaglijker maken door op onze site vraaggesprekken te publiceren die eerder in het magazine stonden of die – om wat voor reden dan ook – nog niet gepubliceerd zijn. Deze week het niet eerder gepubliceerde interview dat Pieter Franssen met Kenny B had.

‘Volkszanger’ Kenny B, Surinamer en oud-militair, wil er zijn voor zijn publiek “in alle kleuren van de regenboog”, met een mix van Nederlandstalige reggae, hiphop, dancehall en opwindende Surinaamse kawina. De sympathieke ambassadeur van de Tilburgse voedselbank heeft een zeer gemêleerd publiek en 100.000 sociale-mediavolgers. “Kees de Koning van het label Topnotch vond dat ik in het Nederlands moest gaan zingen.” Parijswas de meest bekeken videoclip van 2015 met de gevleugelde zin Praat Nederlands met mij!
  
Bosneger

Kenneth Bron (58) komt uit Moengo Tapoe, een dorp aan de oevers van de Marowijne, diep in het Surinaamse binnenland. Net als Ronnie Brunswijk – leider van het opstandige Junglecommando – en de gelauwerde kunstenaar Marcel Pinas is Kenny B een marron, een afstammeling van slaven die zichzelf bevrijdden en zich diep in het oerwoud vestigden. Hij is in zijn jeugdjaren in Paramaribo vaak geplaagd met zijn afkomst, want marrons of bosnegers hadden een lagere status. “Ik was militair bij Bouterse, stopte ermee en begon me toe te leggen op zingen. Maar toen ik hoorde van de slachting in ‘mijn’ marrondorpen werd ik woedend.”
 
Moengo en omgeving vormden de kern van het conflict in de binnenlandse oorlog tussen het Junglecommando van Brunswijk en het leger van Bouterse eind jaren tachtig. Tientallen inwoners kwamen om. “Ik sloot me aan bij Brunswijk en werd woordvoerder van het politieke verzet in Suriname.” Hij was nauw betrokken bij de vredesonderhandelingen tussen de twee partijen maar besloot naar Nederland te vertrekken voordat de vrede werd gesloten.
 
AZC

Zijn verblijf als politiek vluchteling in het AZC in Zeewolde maakte grote indruk op hem. “Ik stond tussen dokters en ingenieurs in de rij voor vier sneetjes brood. Veel mensen van de Balkan. In die opvang gingen mijn ogen echt open. Ik heb allerlei baantjes gehad en een tijd in een ijzergieterij gewerkt waar ik moest buffelen om mijn schulden te kunnen betalen.” Op een dag in de auto hoorde hij Buffalo Soldier van Bob Marley en dacht: ‘Ik ga niet meer terug. Ik ga volledig voor de muziek’.
Marley is zijn grote idool. “Drie keer heb ik heel concreet over hem gedroomd. De laatste keer, in 1980, herkende ik hem eerst niet, want hij was kaal. Zo raar. Een paar maanden later hoorde ik dat hij was overleden in Miami. Kaal! Dat zag ik als een teken. Hij speelde een cruciale rol in mijn beslissing te gaan zingen. Hij moedigde me aan.”
 
Naast Marley doet Kenny B voor zijn teksten inspiratie op bij Nederlandse artiesten als Bløf en Guus Meeuwis. “Ook de jazzy hiphop van Typhoon vind ik vet. Ik wil mijn muziek breder maken, niet alleen hiphop, niet alleen reggae, al heb ik voor zeker veertig procent reggae in me en ik voel me nog het meest reggaeartiest. Maar ik wil geen spreekbuis zijn voor reggae en niet voor enkel donkere mensen. Ik praat graag over ‘ons’. Het ons-gevoel komt op de eerste plaats. Ik represent liever de wereld in plaats van bepaalde groepen en bepaalde gedachten.” Soms doet hij nog een nummer in het Surinaams. “Daarmee wil ik de mensen in Suriname een hart onder de riem te steken.” Kenny B had al hits in Suriname voor hij in Nederland doorbrak. “Ik heb bijna 100.000 volgers op Insta en Facebook. Ik maak muziek voor mijn fans en zorg dat het zo goed is dat het iedereen pakt. Zij diggenmij, met nummers als Parijs, Als Je Gaat, Zij Is De Duivel.
 
Zijn politieke ideologie gaat niet over kleur, zegt hij. “Het gaat over belangen. Moet jouw belang verdedigd worden? Ben je gay of gehandicapt en heb je geen rechten? Voor dat soort mensen wil ik opkomen, de minderbedeelden. Ik ben ambassadeur van de Tilburgse voedselbank, waar ook een grote groep blanke mensen komt. Minderbedeeld of achtergesteld ben je niet per se op basis van je huidskleur. Er zijn genoeg donkere mensen die het wél goed hebben.”
 
Slavernij

Wat vond hij van de Grote Suriname/tentoonstelling in de Nieuwe Kerk in Amsterdam, vooral ook als marron?
“Gelukkig was er naast aandacht voor de 'tools' waarmee de tot slaaf gemaakten murw werden gemaakt om hun verzet te breken, ook wel aandacht voor andere zaken zoals de slachting in de marrondorpen en de decembermoorden in de jaren tachtig. Maar toch vond ik dat er te weinig werd verteld over wat daadwerkelijk is gebeurd in Suriname. De dingen die onze voorouders hebben gedaan, die niet goed waren, moeten we niet goed praten. Net zoals de Duitsers niet kunnen zeggen dat Hitler goed was. Dus ik vind toch wel dat wij in Nederland onze geschiedenis correct moeten neerzetten. Aan de Waterkant in Paramaribo zijn verschrikkelijke dingen gebeurd, waar mensen van gaan gruwen als je dat laat zien. 150 jaar geleden waren mijn voorouders slaaf, wat moet ik daarvan erven? Ze hebben geleefd om elkaar te slaan, om elkaar te verraden. Wij zijn daar tot onze eigen beulen gemaakt. Laten we er gezamenlijk naar kijken. Het gaat niet om het Nederlandse volk, want het grootste deel heeft tijdens de slavernij geen vinger in de pap gehad. Ik weet dat er ten tijde van de slavernij een heleboel blanke Nederlanders daar fel tegen gekant waren. Maar alle rijkdom die vanuit Suriname naar Nederland is versleept is ook geen heldendaad.”
Kenny B is trots een marron te zijn. “Al benoem ik zulke verschillen liever niet. Ik voel me in de eerste plaats wereldburger. Marron betekent oorspronkelijk weggelopen, maar voor mij zijn mijn voorouders niet gevlucht, ze hebben gekozen voor hun vrijheid. Mijn voorouders waren voor zeventig procent Yorùbá’s uit Nigeria, dus draag ik uit respect mijn haar zoals zij.”
 
“Ik wil vooral voorvechter blijven van vrede, daarvoor wil ik herinnerd worden. Ik wil met mijn muziek bruggen bouwen. We are one.
We zijn allemaal gelijkwaardig, die boodschap probeer ik op allerlei manieren uit te venten. Is het niet in de tekst van een song, dan wel in wat ik zeg tussen de songs bij mijn optredens door. Als ik daar ook maar één iemand mee kan raken!”