Review
Het afscheid van Gretchen Peters
We waren getuige van een afscheid zaterdagavond (13 mei) in TivoliVredenburg. Gretchen Peters en haar echtgenoot Barry Walsh stoppen met touren en dit was hun laatste concert in Nederland. Na nog een handvol shows in het Verenigd Koninkrijk vliegen ze naar huis en ze zijn niet van plan om nog eens terug te keren naar Europa. Peters stelde ons gerust: ze stopt niet met muziek maken, maar een nieuwe tournee zit er niet meer in. Ze liet ons gissen naar de reden. Misschien vinden ze zichzelf te oud (Peters is 65). Of is het plezier er gewoon vanaf. Het gaf de avond hoe dan ook extra gewicht. Het was niet meer zomaar een concert, maar het laatste concert. Voor ons althans.
Geflankeerd door gitarist Colm McClean, bassist Conor McCreanor en soms ook door zangeres Kim Richey (tevens support act), kreeg het publiek die avond een dwarsdoorsnede van haar bekendste werk opgediend. Precies zoals dat hoort tijdens een afscheid. Haar stem klonk nog altijd even helder en vol. Ook de bassist en gitarist kweten zich vakkundig van hun taak, dienstbaar aan de ster van de avond en aan de muziek. En Walsh nam af en toe de gelegenheid om met enig gevoel voor bombast op zijn vleugel te soleren. Maar wat opviel is de kwaliteit van haar liedjes. Peters is een van die zeldzame artiesten die beter wordt met de jaren: haar beste platen maakte ze allemaal in het afgelopen decennium. Hello Cruel World (2012), Backbirds (2014) en Dancing with the Beast (2018) vormen wat mij betreft de hoogtepunten van haar carrière. Peters en haar echtgenoot putten die avond rijkelijk uit dit vruchtbare decennium.
Peters werd geboren in New York maar werd muzikaal volwassen in Nashville, de stad waar heel veel artiesten in de folk en americana een vruchtbare voedingsbodem vonden. Toch heeft ze een eigenheid die maakt dat ze eruit springt. Haar onderwerpen zijn het leven, de liefde en de dood. Dat geldt voor veel (zo niet alle) songwriters, maar Peters weet weg te blijven bij clichés. Haar muziek is gevoelig en vol emotie, zonder sentimenteel of zoetsappig te worden.
Bovendien is er in haar versie van het levenslied ruimte voor verbeelding. Neem bijvoorbeeld het prachtige On a Bus to St. Cloud (afkomstig van Blackbirds, 2014, en voor het eerst uitgebracht door Trisha Yearwood). In dat lied vallen we midden in een stukgelopen relatie en de verlatene laveert tussen ontkenning, verdriet en acceptatie. Ze ziet overal schimmen van haar geliefde: op straat in New York, op een snelweg in LA en in een bus naar St. Cloud in Minnesota. Daarin ligt de kracht van Peters’ liedjes. Ze neemt je mee naar de universa die in haar muziek besloten liggen. En naar de levens van de personages die ze opvoert. Het is songwriting op het hoogste niveau.
Zoals gezegd: we kregen the best of voorgeschoteld, maar er ontbraken ook nummers. Ik hoopte dat ze het onwaarschijnlijk mooie Idlewild, een refreinloos lied van het album Hello Cruel World (2012), zou spelen. En ook When You Comin’ Home, op de plaat een hartverscheurend mooi duet met wijlen Jimmy LaFave, ontbrak op de setlist. Gelukkig bleef er genoeg moois over. Met mummers als Wichita, Disappearing Act, Guadalupe (een cover van Tom Russell) en het bijna Bijbelse Say Grace nam Peters waardig afscheid van haar Nederlandse publiek.
Maar ergens school er ook tragiek in die avond in de Hertz. Want hoe kan het dat iemand die zo’n waanzinnig mooie nummers maakte, staat te spelen voor slechts een handvol diehardfans? Peters schreef nummers voor artiesten als Martina McBride, Etta James, Trisha Yearwood en Neil Diamond, maar zelf opereerde ze altijd in relatieve luwte. Ik kon me niet onttrekken aan het gevoel dat er meer in het vat had moeten zitten voor haar. In ieder geval meer dan pakweg 400 liefhebbers in een zaaltje in Nederland. Het leek haarzelf niet te deren. Ze speelde vol overgave, had zichtbaar plezier in de show en keek af en toe met vertedering naar haar wederhelft achter de piano.
Ze eindigde het concert met One for My Baby, een opmerkelijk keuze voor iemand met zo veel ijzersterk eigen repertoire, maar ergens ook wel toepasselijk. One for My Baby, and One More for the Road. Nog eentje, voor onderweg naar huis. Beetje kitsch ook wel, maar we waren vergevingsgezind die avond.