Uw ervaring op deze site wordt verbeterd door het gebruik van cookies.
× Sta cookies toe Meer informatie

Interview

Tekst: Steven Walter
wo 30 augustus 2023

Ernst Jansz: Dylan doorgronden

Interview

Bob Dylan lijkt een gesloten bastion. Wie gaat er schuil achter die zelf opgetrokken muren? Ernst Jansz dook in de wereld van de Amerikaan. In het theatercollege Dylan volgens Dylan probeert hij de mystieke sluier rond de legende op te lichten. Vanaf 22 september gaat hij ermee door het land.

Tekst Steven Walter Foto Hugo Thomassen

“Wie Dylan wil leren kennen moet naar zijn liedjes luisteren”, zei Suze Rotolo, de eerste grote liefde van ‘his Bobness’. Deze simpele uitleg laat Ernst Jansz aan zijn keukentafel in Brabant nog steeds lachen. “Gewoon luisteren. Zo logisch, maar kennelijk kwam dat idee bij de meesten, inclusief mezelf, niet op. Ik bewonderde de mooie poëtische teksten. Zinnen die in elk opzicht verrassend zijn, maar ik associeerde ze nooit met de man zelf.”

Ruim tien jaar geleden ging het oud-Doe Maar-lid en Dylan-liefhebber de uitdaging aan om een aantal van diens nummers te vertalen in het Nederlands. Daarbij kreeg hij inkijkjes in de schrijver van die teksten. Het leverde het boek en album Dromen van Johanna op. Komend najaar onderneemt Jansz een theatertour waarin hij ‘les’ geeft over de sfinx van de folkrock. “Het voelt een beetje alsof ik een spreekbeurt ga doen. Ik laat beelden zien, speel de vertaalde liedjes met mijn band en vertel over de connectie tussen de liedjes en hun maker. Uiteraard vertel ik ook verhalen over het leven van de man.”

Boven een kop geisha thee begint hij spontaan les te geven. “Suze vertrok voor een halfjaartje studeren naar het Italiaanse Perugia. De avond voor haar vertrek schreef Dylan Boots Of Spanish Leather. Een schitterende gelukwens voor zijn grote liefde. Zij weg en hij doodongelukkig. Omdat het gemis zo sterk was, weigerde hij in hun appartement in New York te blijven wonen omdat daar alles aan haar herinnerde. Hij sliep bij vrienden, zwierf door Manhattan en schreef het ene na het andere ongelofelijke liefdeslied. Na een halfjaar komt er een brief uit Italië. De strekking: ‘Pop, ik blijf nog even hier.’ Er wordt nergens gezegd dat ze een leuke Italiaan aan de haak heeft geslagen, maar haar boek A Freewheelin’ Time droeg ze op aan haar man, een Italiaan.”

Hartverscheurend

De liefdesbreuk vond plaats in dezelfde periode dat ook Dylans publiek hem de rug toekeerde omdat hij besloot elektrisch versterkte muziek te gaan maken. Dit was het moment dat de luiken dichtvielen. De musicus trok zich terug in zijn werk en leven, sloot zich af en werd voor iedereen een mysterieus figuur. “Het gaf hem de reputatie onbereikbaar te zijn. Interviews deed hij eigenlijk niet meer. We worden allemaal gevormd door afwijzingen. Dat is een aspect dat mensen totaal niet zien aan Dylan. Hij schreef hartverscheurende liedjes, waardoor ik dacht: ‘Man, is het zo erg?’ In I Believe In You schreeuwt hij: Ik geloof in jou. Gaat dat over een liefde of over God? Geen idee, maar uit de manier waarop hij het lied brengt, haal ik de boodschap dat hij wil dat mensen in hèm geloven. Dat hij begrepen wil worden. In Red River Shore geeft hij zich op een ongelofelijke manier bloot. ‘Heel mijn leven wilde ik doorbrengen met het meisje van de rode rivier, maar dat is niet gelukt. Ik ging van Oost naar West, heb van alles gedaan, maar eigenlijk was ik het liefst bij haar gebleven.’ Het is verdrietig dat iemand op een gegeven moment tot zo’n ontboezeming in zijn leven komt. Dat lied bevat overigens nog veel interessantere inkijkjes, maar die vertel ik tijdens de colleges. Suze had echt gelijk: je leert de man het best door zijn teksten te lezen”

Judas
 
Door zijn speurwerk naar de schepper van liedjes als The Times They Are A-Changin, Hard Rain en Blowin’ In The Wind kon Ernst Jansz een blik achter de schermen werpen. Wie trof hij aan? “In de kern is Dylan een pure romanticus, maar hij kan ook enorm venijnig of cynisch uit de hoek komen. Als je een pinnig lied van hem hoort, weet je dat de verhouding met de buitenwereld, zeg maar een deel van zijn publiek, niet al te best is. Hij stelde zich aanvankelijk open voor zijn publiek. Was een idealist. Tot hij zich verder wilde ontwikkelen als artiest en de elektrische gitaar ter hand nam. Zijn fans lieten hem vallen als een baksteen. ‘Flikker op, we willen je niet meer’, kreeg hij te horen en dat krenkte hem tot in het diepst van zijn wezen. Roem geeft je klappen. Door wat ik met Doe Maar meemaakte begrijp ik hem op een bepaalde manier wel. Mensen gaan zich anders tegenover je gedragen. Dat zorgt dat je voorzichtiger wordt in het leven. Als Doe Maar konden we die druk binnen de band delen. Dylan stond er alleen voor, dat is echt zwaarder. Als je beroemd wordt ben je ineens publiek bezit. Om op de been te blijven ontstaat vaak een parallelle persoonlijkheid: de artiest en de mens. Het is niet verwonderlijk dat hij zich terugtrok, toen hij door zijn publiek werd uitgemaakt voor verrader en Judas omdat hij niet meer voldeed aan het beeld dat ze van hem hadden. Op een bepaalde manier is hij dus een onzeker mens. Als artiest kent hij die onzekerheid totaal niet. Hij is daarin schaamteloos. Ik heb hem nooit kunnen betrappen op iets wat hij niet wilde. Het ophalen van de Nobelprijs voor Literatuur in 2017, maanden na de officiële ceremonie, zegt toch alles? Ik vond dat schitterend.”

Knuffel

Ernst Jansz heeft geprobeerd liedjes à la zijn muzikale held te maken. Als hij al een tiende van het niveau van een Dylan-song zou kunnen bereiken, is hij dik tevreden. “Misschien klinkt het lullig of arrogant, maar vaak denk ik bij nummers die ik hoor: ‘Dat kan ik beter’. Maar soms zijn nummers zo goed, daar kan ik echt niet aan tippen. Dat heb ik bij Bob Dylan en The Beatles.”
Het vertalen van enkele nummers van de Amerikaanse singer-songwriter was geen eenvoudige taak. Jansz vindt dat de ziel van de maker en het lied voelbaar moeten zijn in de vertaalde versie. Rijmschema’s zijn heilig. Het moet voelen alsof Dylan het lied in het Nederlands zou hebben geschreven. Daarom zocht Jansz alles op wat achter een nummer schuilgaat. Waarom schreef Dylan het? Wat waren de omstandigheden toen hij het schreef? “Bij To Ramona vertaal je de naam toch niet in Marietje? Gatsie! De reden van het bestaan van een vertaling moet dezelfde zijn als bij het origineel. Daar mag je nooit aan tornen. Dat is een lastige klus. Mensen vragen me of ik na Dromen van Johanna of speciaal voor deze collegetour nieuwe vertalingen maak.” Ineens begint hij te zingen: They'll stone you when you're riding in your car. They'll stone you when you're playing your guitar. Yes, but I would not feel so all alone. Everybody must get stoned. Een grote glimlach verschijnt om zijn lippen. “Ga daar maar aan staan in het Nederlands. Pas als het me met die song lukt ga ik weer nummers vertalen.”
Tot een fysieke ontmoeting tussen de twee is het nooit gekomen. Voor de Nederlander hoeft dat ook niet per se, maar mocht het gebeuren, dan zou hij Dylan eerst een knuffel geven. “Als je zo beroemd bent word je niet zomaar geknuffeld. Er is altijd een dubbele agenda, wat zorgt voor een zekere eenzaamheid. En volgens mij is hij gewoon een lieverd die echt begaan is met het lot van de wereld en de mensheid. Die empathie deelt hij hoogstens in een kleine kring van intimi, denk ik. Een goed gesprek over zijn leven zou ik wel willen. ‘Hoe sta je nu in het leven? Als je je eigen leven zou beschrijven, hoe zou je dat doen?’ Ik ben echt heel benieuwd hoe hij naar zichzelf kijkt. Ik kan er wel een college over geven, maar dat blijft toch mijn visie op Dylan.”

Dit interview verscheen eerder in Heaven magazine #5 2023.

Theatercollege ‘Dylan volgens Dylan’: 22 september in Caprera, Bloemendaal; 6 oktober in Calypso, Wijk bij Duurstede; 13 oktober in Dok6, Panningen; 19 oktober in Kielzog, Hoogezand; 27 oktober in Theater Heerlen; 2 november in De Tamboer, Hoogeveen; 10 november in De Leest, Waalwijk; 11 november in Schouwburg, Deventer; 12 november in Stadsgehoorzaal, Kampen; 18 november in Cool Kunst En Cultuur, Heerhugowaard; 25 november in De Kappen, Haaksbergen; 29 november in Junushoff, Wageningen; 22 december in De Blauwe Kei, Veghel.