Uw ervaring op deze site wordt verbeterd door het gebruik van cookies.
× Sta cookies toe Meer informatie

Column

Tekst: Kees van Wee
di 3 januari 2023

De staande ovatie

Column

De meeste concerten verlopen aan het eind volgens een vast ritueel. De band (of soloartiest) neemt afscheid en verlaat het podium. Het publiek blijft joelen en klappen en roept om een toegift. De band hoort het een tijdje aan en komt dan terug (of stapt al bij de eerste ‘we want more’-roep weer op het podium, allang blij dat er iemand wil dat ze terugkeren). Daarna volgen er meestal nog één of een paar nummers, en dan zit het erop.

door Kees van Wee

Tot zover is er geen probleem als je niet al te enthousiast was. Je joelt, klapt en roept gewoon niet mee, of – als je al meer dan genoeg hebt gehoord – je verlaat snel de zaal voordat de band terugkeert. Dat laatste zie je vooral veel gebeuren tijdens concerten waarvoor niet iedereen heel bewust heeft gekozen, bijvoorbeeld tijdens een festival. Sommige artiesten vinden dat blijkbaar ook niet zo erg. Zo vertelde iemand me dat hij een keer een concert bijwoonde van Herman van Veen, die steeds maar bleef terugkomen voor een toegift, en nog een, en nog een, ook al stroomde de zaal steeds leger.
 
Maar wat als het een concert met zitplaatsen is en je ziet dat sommigen opstaan om een staande ovatie te geven, ook al vond jij het maar zo zo? Gewoon blijven zitten, natuurlijk, want zo enthousiast ben je niet. Maar daarna volgen er nog meer mensen, totdat vrijwel iedereen staat te klappen. En dan ontstaat er een dilemma. Als je blijft zitten, lijkt dat op een stilzwijgend protest, een motie van wantrouwen. Zover wil je nou ook weer niet gaan, want zo slecht was het nou ook weer niet. Opstaan is weliswaar een beetje hypocriet, maar uiteindelijk bezwijk je onder de druk van de meerderheid en ga je toch maar staan.
 
Zo kunnen een paar enthousiaste concertgangers voor een sneeuwbaleffect zorgen en voor een geflatteerd ‘eindoordeel’ van het publiek. Nog niet zo lang geleden maakte ik het mee bij een concert van Melody Gardot. Niet slecht hoor, maar ze kletste veel te veel, en daar kom je niet voor. Bovendien liet ze veel te veel ruimte voor haar begeleiders en was er bijvoorbeeld een bijna eindeloze drumsolo. Toch stond uiteindelijk de hele zaal recht overeind. Eh, ja, ik ook.
 
Ligt het nou aan mij, of gebeurt dit steeds vaker? Roepen om een toegift is al jaren zo’n beetje de standaard. Het lijkt erop dat de staande ovatie dat ook al bijna is. Inflatie eersteklas.