Review
Concerto, de geschiedenis van een instituut
Het Amsterdamse Concerto is veel meer dan een platenzaak. Het is een instituut dat in de levens van veel mensen een grote rol speelt. Ewoud Kieft werkte er en heeft de geschiedenis op meesterlijke wijze vastgelegd.
Door Kees van Wee
Soms loop je voor het eerst een platenwinkel binnen en vergeet je die indruk nooit meer. Het zal een jaar of 45 geleden zijn dat ik de trein pakte naar Amsterdam om daar het (toen al) legendarische Concerto te bezoeken. In Amersfoort en Utrecht kwam ik meestal goed aan mijn trekken, maar er stonden nog aardig wat titels op mijn verlanglijstje die ik daar niet kon scoren en die bij Concerto mogelijk wel te vinden waren.
Bij binnenkomst viel me vooral de grootte van de winkel op, die bestond uit allerlei afdelingen, die op sommige plaatsen met elkaar verbonden waren met kleine trapjes. Een beetje rommelig, gelukkig maar, niets vervelender dan een steriele, superoverzichtelijke platenzaak. En - bleek al snel - een walhalla voor de verzamelaar. Na uren grasduinen verliet ik de winkel zo’n 150 gulden armer, met in mijn tas veel nieuwe schatten, waaronder enkele moeilijk vindbare elpees van Family (de band van Roger Chapman).
Het euforische gevoel waarmee ik naar huis reisde werkte enorm verslavend en er zouden nog vele bezoeken volgen.
Levensverhalen
Concerto is opgericht in 1955. Ewoud Kieft (schrijver, historicus en muzikant) heeft er zeven jaar gewerkt, vanaf zijn twintigste, en heeft de geschiedenis van Nederlands beroemdste platenzaak vastgelegd in een 350 pagina’s tellend boek.
Zijn eigen ervaringen vormen de basis, maar hij voerde ook vele gesprekken met (oud)medewerkers. Hij heeft hun levensverhalen op een vanzelfsprekende manier verwerkt, waardoor het boek een beeld geeft van de tijdgeest en de maatschappelijke ontwikkelingen. Ook de muziekgeschiedenis is een rode draad. Daardoor lees je over de meest uiteenlopende onderwerpen. Van de opkomst van de punk tot de verwoestende effecten van aids, van de smaakontwikkeling die veel jazzliefhebbers doormaken, tot racisme. En uiteraard komen de verschillende eigenaren van Concerto aan bod, evenals hun zakelijke beslommeringen en de eigenzinnigheid van sommige medewerkers.
Vreemde vogels
Het leukst zijn de vele anekdotes. Concerto werkte als een magneet op de meest vreemde vogels en met velen maken we kennis. Soms werkt dat op de lachspieren, bijvoorbeeld wanneer je leest dat er een klant was die altijd op 45 toeren zat te luisteren in plaats van 33. Zijn uitleg: ‘Ja, dat doe ik expres, anders duurt het zo lang.’
‘Een andere vaste klant’, schrijft Kieft, ‘altijd zorgvuldig gestileerd als garagerocker, met een leren jackie, skinny jeans en puntige punkschoenen, deed zich jarenlang voor als Amerikaan, terwijl hij overduidelijk Nederlands was. Dat was in de eerste plaats te horen aan het enorme steenkolenaccent waarmee hij Engels sprak: Is this what?, vroeg hij, als hij benieuwd was of een cd wat voor hem was. Mijn collega’s praatten maar gewoon in het Engels tegen hem terug. Een platenzaak is niet de plek om illusies te doorbreken.’
Concerto is een boek dat je in één ruk uitleest en daarna nog vele malen zult herlezen. Koop of bestel het, als het even kan bij Concerto zelf. Of bij je plaatselijke platenzaak, want die kan zeker nu wel wat steun gebruiken.
Als er één ding is dat Kieft heeft duidelijk gemaakt is het dat fysieke platenwinkels nooit mogen verdwijnen.