Uw ervaring op deze site wordt verbeterd door het gebruik van cookies.
× Sta cookies toe Meer informatie

Interview

Tekst: Ludo Diels
zo 29 mei 2022

Chris Eckman ongefilterd

Interview

Met Where The Spirit Rests heeft Chris Eckman de op de loer liggende vergetelheid voorgoed een hak gezet. Weemoedige liedjes die niet mooi willen overkomen en het juist daarom wel zijn. Deze week geeft hij doet hij een aantal concerten in de Lage Landen (zie onderaan). In het komende nummer van Heaven magazine staat een interview met de oud-Walkabouts-voorman.

Tekst Ludo Diels; foto Lien Peters
 
Sinds het midden van de jaren tachtig timmerde The Walkabouts uit Seattle aan de weg met hun dromerige mix van folk, country en rock. Met het album Devil’s Road (1996) bereikte het zestal rond Chris Eckman en Carla Torgerson vooral in Europa een groter publiek, dankzij de single The Light Will Stay On die door MTV werd opgepikt. Ondertussen was in Seattle de grunge losgebarsten, die bands die dat niet speelden van het podium verdrong. Slecht nieuws voor The Walkabouts, wier carrière wegdeemsterde. In 2015 ging de stekker er definitief uit.

Eckman zocht inmiddels zijn eigen weg in de schaduw van de roem, als soloartiest, producer en manager van het eigen platenlabel Glitterbeat. Als artiest lijkt hij ontdaan van elke vorm scoringsdrang en juist daardoor stijgt hij tot hoge hoogten. Zijn rauwe luisterliedjes raken je, omdat ze niet bedoeld zijn om te behagen.
Om tien uur ’s ochtends hebben we met hem afgesproken. Hij is in het Brusselse Ancienne Belgique omdat daar die avond een aantal bands van zijn label zal spelen op een wereldmuziekfestival. Maar tien uur in de ochtend, is dat niet een tijdstip dat in de rock-‘n-roll eigenlijk niet bestaat? Hij lacht als ik hem vraag of hij in zijn woonplaats Ljubljana kippen houdt of koeien moet melken. “Nee, ik run er een eigen studio met personeel en het is mijn gewoonte om er op tijd te zijn. En ik sta inderdaad graag vroeg op.”
 
Vloek
Moet je een artiest lastigvallen met zijn verleden, met de vermeende gloriedagen van zijn carrière? Ik vond van wel, althans in dit geval. Want het mag toch opmerkelijk heten dat hij qua leeftijd, professie en plaats van handeling in de jaren negentig niet de bekendheid geniet van wijlen Mark Lanegan, wijlen Chris Cornell en wijlen Kurt Cobain. Eckman kende ze allemaal, bands als Nirvana, Audioslave, Soundgarden en Pearl Jam. “We frequenteerden dezelfde clubs en zagen dezelfde bands. Ik speelde een poos in een punkband, maar mijn interesse ging meer in de richting van narratieve songwriting. Uiteindelijk ging ik de kant op van Neil Young en Townes Van Zandt. En dan had ik nog academische ambities. Eigenlijk was ik voorbestemd om te promoveren in de filosofie. De muziek doorkruiste dit plan. Of misschien was het wel omgekeerd. Ik heb ooit een essay geschreven over de opkomst van de grunge-scene vanuit mijn perspectief. Zeker met het recente verscheiden van Mark Lanegan denk ik vaker na over wat de zegen van die generatie was en wat de vloek. Ik ging een andere weg, zocht andere muzikale paden waardoor ik letterlijk de wereld in trok.”

Het hele interview met Chris Eckman is te lezen in Heaven magazine #4 2022 dat begin juni verschijnt.

Chris Eckman live: 31 mei in Merleyn, Nijmegen; 1 juni in Rock Lobster, Antwerpen; 2 juni in AB, Brussel; 3 juni in Muziekgieterij, Maastricht; 4 juni in Cactus Club, Brugge.