Concerttip
Benjamin Hermans Bughouse: jazzpunk als muzikale uitdaging

Bij Benjamin Herman denk je allereerst aan New Cool Collective, het gezelschap waarmee hij al ruim dertig jaar met veel succes een repertoire vertolkt van jazz, latin, salsa, Afrikaans en meer. Maar even dierbaar is Bughouse, het jazzpunkproject dat hij in 2017 begon. Voordat Bughouse weer gaat toeren belde Heaven met de veelzijdige saxofonist.
Tekst Bram van Schaik Foto Jonathan Herman
Bughouse, guilty pleasure of meer?
“Het is heel serieus. Zo’n twintig jaar geleden dacht ik er al aan iets anders te doen, zonder al die jazzregels. Met Han Bennink, Anton Goudsmit en Ernst Glerum ging het al de goede kant op, maar ik zocht nog iets extremers. Dat kwam er nadat een vriend me een jaar of acht geleden in contact bracht met Olav van den Berg die ik niet kende. Hij is een hardcore drummer van onder andere de band Seein’ Red. Het klikte en we zeiden: nu moeten we ook maar iets doen. Dus hebben we direct een studio geboekt en een plaat gemaakt.’’
Na dat debuut Bughouse bestaat de band nog steeds, zijn er twee albums bijgekomen en ga je weer toeren. Het moet wel bevallen?
“Zeker, ik zie het als een enorme muzikale uitdaging. In al die jaren heb ik met veel geweldige drummers gespeeld, maar met Olav is het compleet anders. Hij speelt zó intens, zo ontzettend hard. Als ik die eerste plaat uit 2018 nu terugluister denk ik: tjezus, wat langzaam. Hij hield zich kennelijk nog in, want sindsdien is het tempo flink omhoog gegaan. Ik moet echt alle zeilen bijzetten.’’
Bughouse is geïnspireerd door punk. Wanneer heb je dat ontdekt?
“De eerste plaat die mijn tweelingbroer en ik kregen van onze oudste broer was Never Mind The Bollocks van The Sex Pistols. We waren negen en luisterden al veel naar de platen van onze oudere broers en zus. Punk was het toen helemaal. Ik was elf, twaalf toen ik vanuit de Zaanstreek, waar we woonden, naar platenzaak No Fun ging aan de Rozengracht in Amsterdam. Ik had een baantje waardoor ik platen kon kopen. Aan het eind van de basisschool draaide ik plaatjes op feestjes.”
Punk is een containerbegrip voor punkrock, punkpop, hardcore, skapunk, skatepunk en ga zo door. Heb je een voorkeur?
“Eerlijk gezegd ben ik niet zo’n kenner. Wat me vooral aan punk aansprak was dat je geen muziekschool nodig had om een band te beginnen. Als je een band had, was er altijd wel iemand die nummers kon schrijven, terwijl een volgende flyers kon maken.’’
Is er een concert dat je tot op vandaag is bijgebleven?
“Met mijn oudste broer Sam ging ik naar het Vondelpark waar op zondagmiddag gratis optredens waren. Bijvoorbeeld Joan Jet and the Blackhearts in 1980. Ik herinner me dat de gitarist een blikje naar zich kreeg gegooid, zijn gitaar afdeed en het publiek in sprong om degene die het deed op zijn bek te rossen.’’
Na die beginjaren nog punkbands ondekt?
“Vorig jaar in Tokio nog, waar ik The Let’s Go’s en Otoboke Beaver zag.’’
Op het album Nostalgia Blitz uit 2023, een side-project uit de coronaperiode, werk je met de Engelse punkdichter John Cooper Clarke. Onlangs draaide Iggy Pop in zijn show Iggy Confidential op BBC Radio 6 van die plaat het nummer One For Deelder. Een ode aan Rotterdam en zijn prominente inwoner met wie je vaak werkte, vertolkt door Clarke. Wat dacht je toen je dat hoorde?
“Het is natuurlijk geweldig als zoiets wordt opgepikt, en dan ook nog door zo’n personality. Ik was al een beetje bang dat niemand de plaat zou horen.’’
Benjamin Hermans Bughouse live: 20 maart in Slachthuis, Haarlem; 21 maart in Bird, Rotterdam; 22 maart op Peel Slowly & See, Leiden; 23 maart in De Helling, Utrecht; 24 maart in Paard, Den Haag; 27 maart in Hedon, Zwolle; 28 maart in Metropool, Hengelo.