Review
Arno: buitencategorie
In 1982 reden we nog per fiets naar Zonhoven om aldaar in De Kwint volledig van onze sokken geblazen te worden door the great white wonder van de electric Oostend sound van het orkest TC-Matic, waarin ene Arno en ene Jean-Marie (JMX), die ons gitaargewijs zijn hoekige funkbluesrock liet horen, iets wat we voordien nog niet gehoord hadden. Dat zouden we geweten hebben de decennia erna.
Door Marc Vos
"... Don't you worry about me
There's a crack in everything
That's how the light
A new light gets in..."
Op maandag 21 februari stond Arno in de hoofdstedelijke AB het beste van zichzelf te geven en dat is heel veel. Opener Solo Gigolo was misschien al het mooiste nummer van de avond – althans voor mij – met een intense, waardige tristesse. Ook van dat kaliber: Elle Adore Le Noir, Lonesome Zorro en Les Yeux De Ma Mère. Pure schoonheid met een stem, een piano (Bruno Fevery) en een basgitaar (Mirko Banovic). Tijdens het tweede deel van het concert kwam daar nog drummer Sam Gysel bij en schakelde Fevery over op JMX-gitaar.
We werden zowaar teruggeflitst naar het knetterende, kolkende, swingende, dadaïstische, hyperelektrieke TC-Matic tijdperk met Do The Kangaroo, The Parrot Brigade, O La La La, Putain Putain en Ha Ha (dit laatste als slotnummer, misschien omdat je met alles kan/moet/mag lachen, ook met het allerergste).
Ratata was Europese blues met een knipoog naar die van Chicago. Bijna buitencategorie, want bloedmooi was Oostende Bonsoir; een sleutelnummer, alles waar Arno voor staat zit erin.
MERCI Arno!