Anna van Nunen: directeur Eurosonic Noorderslag

In de nieuwe editie van ons magazine, dat komende vrijdag verschijnt, gaan we dieper in op het fenomeen ‘showcasefestival’. Elk festival belooft een podium te zijn waar nieuwe talenten ontdekt worden en carrières gelanceerd. Toch rijst de vraag: hoe effectief zijn deze festivals nog? In januari vindt in de stad Gronigen het grootste showcasefestival van Europa plaats: Eurosonic Noorderslag. Voorafgaand spraken we met festivaldirecteur Anna van Nunen.

Tekst Louis Nouws Foto Emma Pot
 
Waar ben je nu nog druk mee?
“Los van een paar programma’s die ik nog in elkaar aan het sleutelen ben of aan het afronden, zoals de ontvangst van de minister van cultuur, ben ik ook nog vrij druk met wat pers. Er zijn ook nog veel losse eindjes, veel regelwerk. Als directeur blijf ik liefst zo veel mogelijk weg uit het operationele gedeelte, maar in de laatste weken voor het festival word ik daar noodgedwongen een beetje ingetrokken. Maar dat is oké. Normaal gesproken ben ik vooral bezig met alles wat over het jaar heen gaat. Dus meer de lange termijn. Ik overleg met partners, sponsoren en financiers, publiek en privaat. Maar ook met partners in de muziekindustrie. Hoe kunnen we die langdurig aan ons binden? En we zetten lijnen uit voor de toekomst. Nu zien we er nog zo uit, maar hoe is dat over vier, vijf jaar?”
 
Wat zijn die lijnen voor de toekomst? 
“Dat is natuurlijk de allerbeste vraag om te stellen. We zijn als organisatie best wel oud . We bestaan bijna veertig jaar. De muziekindustrie in Nederland is net wat ouder. Het festival is organisch ontstaan vanuit een bandjeswedstrijd tussen Nederland en België, met een uitbouw naar Noorderslag. Het is alsmaar groter geworden en inmiddels het meest toonaangevende showcasefestival van heel Europa. Maar er zit zoveel omheen. Heel veel satellietprogramma's, een conferentiedeel, noem maar op. Dus dit jaar ben ik begonnen met kijken: voor wie doen we dit nou eigenlijk? Een festival wordt doorgaans georganiseerd voor bezoekers, maar wij doen het eigenlijk vooral ook voor de artiesten. Wat zijn dan de keuzes die we willen maken? Wat is nou echt betekenisvol voor de artiesten die we boeken?
We hebben al best wat zaken aangepast en wat ik de komende jaren verder nog zou willen doen met het programmateam, of vooral het programmateam moet dat natuurlijk gaan doen, is heel erg blijven kijken naar wat popmuziek is en de relevantie ervan. Als je een line-up van pakweg twintig jaar geleden bekijkt… toen waren er veel meer gitaren. We spelen daar nu al goed op in door ook urban, elektronisch of zelfs flamenco te boeken. We willen eigenlijk altijd een paar jaar voorlopen op wat de markt gaat doen.”
 
Wat hebben jullie nog meer aangepast? 
“De woensdag is de eerste Eurosonic-dag. Die dag is er sinds een jaar of tien, vijftien geleidelijk bijgekomen, maar inmiddels is het een volwaardige festivaldag, hoewel we zien dat er dan eigenlijk voornamelijk professionals aanwezig zijn. Daar konden we meer mee, vonden we. Dus dit jaar gaan we de hele woensdag niet meer op diverse plekken in de stad organiseren, maar centraal in de Oosterpoort. Daar boeken we ongeveer veertig artiesten die je op die avond allemaal zou kunnen zien, met een drankje in je handen. Je kan gewoon van zaal naar zaal lopen. De reden om alles onder één dak te hebben, is dat de dan al aanwezige delegates – de media, de boekers, de programmeurs, de labelvertegenwoordigers en zo meer – elkaar meteen al kunnen ontmoeten. Maar het is ook het publiek waarvoor artiesten willen spelen op een showcasefestival. Want daar gaat het natuurlijk om, we willen de artiesten laten floreren. Dus die woensdag hebben we nu de delegates allemaal aan boord om zo het festival een fantastische start te geven.”
 
Wat is het verschil tussen Noorderslag en Eurosonic, behalve dat op NS alleen Nederlandse artiesten staan?
“Ze hebben een net ander profiel, al overlappen ze elkaar wel. Op Eurosonic staan ook altijd wel iets van 24 Nederlandse artiesten van de in totaal zo’n 300. Dat zijn specifiek die acts waarvan wij denken dat ze exportpotentie hebben en die zelf ook aangeven dat ze klaar zijn om Europa in te gaan. De line-up van Noorderslag kent een grotere variatie. Sommige acts hebben nog geen muziek online staan, maar bijvoorbeeld Frenna, die er dit jaar is, verkoopt de Ziggo Dome uit. Hij is voor ons toch relevant om te boeken. Weliswaar staat hij in zo’n grote zaal, maar hij opereert nog buiten de mainstream muziekindustrie. Hij heeft een heel eigen following opgebouwd. Dan denken wij: hij hoort op Noorderslag. En S10 gaat bij ons haar allereerste nieuwe show doen net voordat haar inmiddels alweer vierde album uitkomt. Dat past dan ook. Het gaat om ontdekken en verrassen. Noorderslag is dus wat breder. Daar staat naast al het startende talent inderdaad soms ook die gearriveerde artiest die je op Eurosonic nooit zal vinden.”
 
Dan is er nog een conferentiedeel.
“We trekken ongeveer 40.000 bezoekers, waarvan een heel groot deel liefhebber is. Die kopen kaartjes voor Eurosonic of Noorderslag. Daarnaast zijn er gratis programma's. Maar de kern van de bezoekers zijn de delegates, de professionals uit de muziekindustrie. Uit heel Europa komen die met ongeveer 4000 mensen ieder jaar naar Groningen. Voor hen organiseren we drie dagen lang de meest toonaangevende conferentie voor muziekprofessionals in Europa, bedoeld om ze het nieuwste van het nieuwste op het gebied van de muziekindustrie te laten zien. En ook heel belangrijk is dat ze kunnen netwerken, want het businessdeel is niet onbelangrijk. We zien dat er deals worden gesloten voor welke artiesten bijvoorbeeld op Roskilde komen te staan. Dat faciliteren we heel graag.”
 
Je bent afkomstig van Innofest, een organisatie die vooral sociale en duurzame innovaties koppelt aan festivals als testplekken. Je hebt het opgericht. Mis je dat niet meer? 
“Nou, we zijn een trots gastfestival van Innofest. We hebben dit jaar zes ondernemers die komen testen, waarvan er vijf op energievlak zitten en eentje op het gebied van AI-innovatie en muziek. Gelukkig kunnen we dat faciliteren. En we zijn best wel een van de meer duurzame festivals in Nederland. Ook daarin hebben wel een platformfunctie. Duurzaamheid, diversiteit en inclusie zijn de thema's van de toekomst. Als je daar in de sector niet aan voldoet, dan houdt het op een gegeven moment op. Dat klinkt misschien wat doemdenkerig, maar uiteindelijk moet je zorgen dat je nieuwe aanwas divers is en inclusief zodat iedereen kan meedoen, en dat de wereld er goed bij staat. Zodat we kunnen blijven touren en produceren. Dat heeft ESNS best wel omarmd. Wat ik zelf een heel vet voorbeeld vind, is dat we iedereen die een ticket bij ons koopt vragen om een Eco Solidarity Tax te betalen van vijftien euro. Je kan hem uitvinken, maar de meeste mensen kiezen ervoor om dat niet te doen. Dat betekent dat we echt een hele serieuze pot geld hebben. Die zetten we één op één in voor duurzaam touren en duurzame logistiek. En niet van onszelf, maar van ons netwerk. Artiesten kunnen daaruit putten als ze bijvoorbeeld in plaats van met het vliegtuig willen gaan touren met een busje. Wij financieren dat dan. Daarnaast zijn er 130 festivals in Europa waarmee we samenwerken en waar we duurzaamheidsworkshops en best practices voor organiseren. Het is lang niet alleen meer een platform voor artiesten, we proberen in de slipstream eigenlijk de sector een beetje te veranderen.”
 
Artiesten uiten soms de kritiek dat het spelen op een showcasefestival niet zo heel goed betaald wordt, dat ze er soms zelfs op toeleggen. Worstelen de organisatoren daarmee?
“Ja, totaal. Ik denk dat wij een van de weinige showcasefestivals zijn die hun artiesten betalen. Alle Nederlandse artiesten ontvangen bij ons minimaal de Sena-norm. Dat doen we overigens wel met wat hulp van Buma en Sena. Dus dat is heel fijn. En alle Europese artiesten betalen wij een vaste prijs per ensemble, per artiest. Soms voldoet dat aan de Sena-norm en soms zit die er wat onder. Dus we zijn nog niet helemaal waar we willen zijn. Het kan zeker nog beter. Maar, en ik vind het altijd heel flauw om te zeggen, toch is het ook heel goed voor je cv. En wij doen er wel echt alles aan om ervoor te zorgen dat onze artiesten bij de juiste media terecht komen. Dat de NTR er weer is, dat Arte er is, dat we samenwerken met de EBU. Maar ook dat de zaal gevuld is met labeleigenaren, boekers, programmeurs. Spelen op Eurosonic Noorderslag is volgens mij een investering die loont.”
 
Lees het essay ‘Showcasekoorts: tussen ambitie en industrie’ in de nieuwe editie van Heaven. Daarin ook een sfeerverslag van een bezoeker van Eurosonic Noorderslag. Heaven magazine #2 2025 is vanaf 14 april verkrijgbaar.