Uw ervaring op deze site wordt verbeterd door het gebruik van cookies.
× Sta cookies toe Meer informatie

Interview

Tekst: Steven Walter
wo 5 februari 2025

Albin Lee Meldau: Het monster verslagen

Interview

De sterren staan zo gunstig dat succes niet lang op zich zal wachten. Maar wat als er een monster in je schuilt dat de aanstaande glorie ondermijnt? Albin Lee Meldau leek klaar om de wereld te veroveren, maar door drank vergooide hij alles.

Tekst Steven Walter

Als Albin Lee Meldau in Hilversum met zijn gitaar over straat loopt, herkent niemand hem. Zodra hij poppodium De Vorstin binnenstapt, haalt hij zijn instrument tevoorschijn. Hij wijst op een breukje in de klankkast. “Opgelopen na een optreden tijdens de uitreiking van de Nobelprijzen. Dit is mijn favoriete gitaar. Hij heeft wel meer littekens opgelopen bij concerten.”

In thuisland Zweden is Meldau niet zo anoniem. De weg van kleine podia tot gevulde arena’s nam hij met grote stappen. Zelfs het Koninklijk Huis van het Scandinavische land schijnt graag naar zijn folkliedjes te luisteren. Stappen zetten buiten Zweden was onvermijdelijk. In 2017 bezorgde zijn optreden tijdens het prestigieuze festival South By Southwest hem internationale aandacht. De voorspelling was dat hij dé nieuwe grote ster zou worden. De duivel in de fles trok echter een streep door die profetie. Niet alleen de gitaar had littekens.

Drank
“Van jongs af aan speelde ik in bandjes, maar dat stopte na mijn dertiende. Toen gebruikte ik al drugs. Wiet en zo. Ik dronk ook flink. Veel kids in mijn omgeving deden dat. Op mijn 22ste trad ik toe tot The Magnolia, een soulband. Dat lieping wel lekker, we brachten een album uit, maar daarna ging het weer mis. We vielen uit elkaar, vooral omdat ik voor ergernis zorgde. Ik was de hele tijd dronken. Drank is eigenlijk de ergste drug die er bestaat.”

De Zweed kwam noodgedwongen op eigen benen te staan en wilde iedereen – ook zijn oud-bandgenoten – bewijzen dat hij solo prima uit de voeten kon. Hij leek door te breken, met optredens in onder meer de Verenigde Staten. Daar tekende hij een contract bij een label. Hoewel hij later zou toegeven dat hij niet nuchter was toen hij zijn krabbel zette. “Ik leidde het leven van een maffe rockster, terwijl ik eigenlijk helemaal geen rockster ben. Het drankgebruik escaleerde. Ik was erg ziek en kreeg niet mee wat er allemaal op me af kwam.” 
 
Het label trok aan de noodrem. Hij kon kiezen: afkicken of afscheid nemen. De singer-songwriter zocht een verslavingskliniek op. “Einde carrière? Dat zag ik absoluut niet zitten. Liedjes schrijven en spelen is mijn leven. Ik besefte ook daadwerkelijk dat ik zo niet door kon gaan, want het zou mijn dood worden. Afkicken is hard werken, maar het is gelukt. Momenteel heb ik al meer dan zes jaar geen druppel meer gedronken. Ik moet ervoor blijven waken, maar het gaat goed. Ik realiseer me ook dat het leven leuker is zonder drugs of drank. Tegenwoordig ben ik een beter mens. Het was niet dat ik een kwade dronk had of zo, maar je kon niet op mij bouwen. Dronken op de bühne, niet komen opdagen. Dat ligt allemaal achter mij.”

Dagboek
Helemaal nuchter werkte Albin Lee Meldau aan een nieuwe muzikale kans. Het resulteerde afgelopen voorjaar in het album Discomforts. Wie het beluistert volgt de ‘ongemakken’ van de artiest tot zijn hervonden leven. “Het is geschreven tussen 2020 en 2023. De liedjes zijn als snippers uit mijn dagboek vol ongemakken. Ze zeggen weleens dat ellende leidt tot bijzondere muziek. Elk nummer gaat over het pad dat ik volgde naar mijn nieuwe leven. Tekstueel probeer ik altijd zo kwetsbaar mogelijk te zijn, daarom  moet ik het ook hebben over onderwerpen als verslavingen en een nieuwe start. Maar dan is het weer best lastig om niet als een soort evangelist over te komen. Eigenlijk werk je jezelf in de hoek.”
Hij vindt het geen probleem om open te zijn over zijn situatie, maar werd daartoe ongevraagd ook gedwongen. Journalisten zochten hem zelfs op in de ontwenningskliniek. “Hoe ze erachter kwamen weet ik nog steeds niet. Weet je, in mijn land kennen mensen mij. Het valt op als je ineens voor maanden van de radar verdwijnt. Mensen gaan vragen wat er is. En ach, een reden om het onderwerp te verstoppen of te ontkennen was er ook niet. Ik schaamde me er niet voor. Trouwens, iedereen in mijn directe omgeving wist al jarenlang wat er speelde. Ik stond altijd wel met een joint of een drankje in de hand.”

R.E.M.
Discomforts nam hij tijdens de coronapandemie op in Londen. Door steeds wisselende veiligheidsvoorschriften was het een hele puzzel om te kijken wat, wanneer en waar iets kon. En dat alles onder de bezielende leiding van producer Eg White (onder meer bekend van zijn werk voor Adele). “Luiheid is wel een groot onderdeel van mijn leven, maar dat geldt niet voor mijn muziek. Ik schrijf heel erg graag. Lang niet alles is best hoor. Stel dat ik honderd nummers schrijf, dan is het al mooi als er drie of vier ‘iets’ hebben. Heel soms heb je een parel te pakken, zoals het nummer Josefin. Ik zoek niet naar het perfecte geluid, ik zoek naar gevoel en emotie. Dat is niet altijd fraai, maar ik wil uitgedaagd worden om dingen te bereiken die ik niet één, twee, drie haal. Zoals bepaalde noten. Het gaat erom net zo lang door te gaan tot het juiste gevoel, de juiste klank of noot wordt gehaald. Imperfectie kan heel mooi klinken. R.E.M. is daar een voorbeeld van. Als je hun nummers afpelt hoor je dat niet alles gesmeerd klinkt. De gitaar zit er soms net naast, drums zijn niet altijd even strak. Combineer dat met de zang van Michael Stipe en zijn geweldige teksten, en je hebt een topnummer. De schoonheid van imperfectie is moeilijk te bereiken. Daarom bestaan er volgens mij ook haast geen R.E.M.-coverbands.”
Schoonheid bereiken via onvolkomenheid. “Dat vraagt om continu zoeken en bewegen. Het kan uitputtend zijn, moeilijk zelfs, maar het is een zegen om te kunnen doen waar je van houdt. Ik zal mijn kicks altijd nodig hebben, alleen nu haal ik die uit het schrijven en spelen van muziek.”